Commentaar: Organisator Haaksbergen had kans op brokken niet scherp op netvlies
Neem een voorbeeld aan Frankrijk. Dat was gisteren het advies van een expert, daags nadat in het Overijsselse dorp Haaksbergen een monstertruck inreed op het publiek. Aan stuntteams die bij evenementen een optreden willen verzorgen, wordt in Frankrijk in hoofdzaak één eis gesteld: hun aansprakelijkheidsverzekering moet op orde wezen. Achterliggende gedachte daarbij is dat de schadeverzekeraar de kans op een ongeluk en op het moeten uitkeren van het verzekerde schadebedrag wenst te minimaliseren en daarom het stuntteam en het evenemententerrein vooraf stringent zal inspecteren. Stringenter dan de niet altijd terzake kundige gemeente die in Nederland over de vergunning beslist.
Dat de benadering van de gemeente Haaksbergen vooralsnog niet van al te veel ambitie getuigt, staat wel vast. De gemeente lijkt zich zo afzijdig mogelijk te hebben willen houden en lijkt de risico’s zo veel mogelijk bij de Stichting Sterevenementen Haaksbergen te hebben gelegd. Daarmee wordt –overigens niet voor het eerst– de vraag opgeroepen welke waarborgen de bezoeker van een evenement kan ontlenen aan het gegeven dat de burgerlijke overheid een evenementenvergunning heeft afgegeven. Mochten de nabestaanden, voor wie velen dezer dagen zullen bidden om Gods troost en nabijheid, al de illusie hebben gehad dat met zo’n vergunning de veiligheid is gewaarborgd, dan zal daar na het drama van zondag niet veel meer van over zijn.
Meer nog dan de gemeente is het echter de stichting die moet vrezen in een strafzaak die op dit moment onafwendbaar lijkt niet vrijuit te kunnen gaan. Een monstertruck die een rij personenauto’s onder zijn reuzenwielen moet verpletteren, kan halverwege altijd weer terugglijden op de weg en tijdelijk onbestuurbaar raken. Dat het onbegonnen werk is daar vooraf rekening mee te houden, zoals de stichtingsvoorzitter zondagavond opmerkte, is echter veel te kort door de bocht en respectloos jegens de nabestaanden. Waren de toeschouwers op een respectabele afstand gehouden, zoals de brancherichtlijnen voor dergelijke evenementen voorschrijven, dan was de kans op dodelijke slachtoffers beslist geringer geweest.
In 2009 veroordeelde het gerechtshof in Arnhem de directeur van een outdoorbureau voor watersport wegens dood door schuld. Een vlottocht die in het kader van een personeelsuitje bij het bureau was geboekt eindigde in de dood van twee deelneemsters die in het water belandden toen het vlot bij een waterstuw omlaag plofte.
Doorslaggevend voor de rechter was dat de organisator de tocht onvoldoende had ingebed in een deugdelijk veiligheidskader, terwijl de kans intrinsiek aanwezig was dat het vlot zou omslaan. Of dit wel of niet zou gebeuren was volgens de rechter te veel aan het toeval overgelaten. Vandaar: dood door schuld.
Lopende een vooronderzoek is het wijs om niet te zeer op de uitkomst van een mogelijke strafzaak vooruit te lopen. Maar dat de Stichting Sterevenementen Haaksbergen de intrinsieke kans op brokken niet al te scherp op haar netvlies had toen zij het pleintje voor de Haaksbergense supermarkt aanwees als stuntlocatie staat vast.