Vader vertelt gevangenen over moord op zoon
AMSTERDAM. Steeds vaker gaan slachtoffers en daders van geweldsmisdrijven met elkaar in gesprek. Het initiatief komt meestal van slachtoffers of nabestaanden, zoals Jack Keijzer. Zijn 16-jarige zoon Pascal werd op Koninginnedag 2007 vermoord na een drugsruzie. Het was voor Keijzer het begin van een kruistocht. Deze bracht hem vorige week in jeugdgevangenis Amsterbaken in Amsterdam.
Keijzer had nooit gedacht dat drugs in zijn gezin aan de orde zouden komen. Dat leek een gezin als alle andere, met zijn zoons Pascal en Remy, op wie vader Jack enorm trots was. Voor de familie Keijzer er erg in had, belandde ze in een nachtmerrie. De moord op Pascal veranderde hun leven in één klap.
In de jeugdgevangenis vertelde Keijzer zijn emotionele verhaal, over het leven dat Pascal leidde, de gewelddadige moord en wat dat allemaal met de nabestaanden doet.
Terug de cel in
De voorzitter van de stichting Aandacht Doet Spreken (ADS) kreeg de jongeren in de hermetisch afgesloten gymzaal van jeugdgevangenis Amsterbaken muisstil. „Ik heb echt het gevoel dat het verhaal ze geraakt heeft. Ruim de helft, misschien wel iedereen neemt het straks mee terug zijn cel in”, zei Keijzer na afloop.
Hij spreekt tweemaal per jaar in gevangenissen en iedere donderdag op scholen in het hele land. „Hoofdzakelijk middelbare scholen, maar de voorlichting moet worden uitgebreid.” Dat gaat ook gebeuren, want Keijzer geeft nu ook voorlichting aan officieren van justitie in opleiding. Ook binnen ADS zijn mensen in opleiding.
Keijzer was een van de stuwende krachten achter de realisatie van de Muur Tegen Geweld bij het Drentse De Stapel, een muur ter nagedachtenis aan slachtoffers van zinloos geweld.
Hij wil de mensen blijvend confronteren met het leed dat anderen aangedaan wordt. Door de muur, maar ook door in gesprek te gaan met daders. Hij koestert de stille hoop dat hij de daders van zinloos geweld tot inkeer kan brengen. „Ik hoop dat deze jongens gaan nadenken en dat andere jongens ons gaan bellen met de vraag of we ook op bezoek willen komen met ons verhaal.”
De jonge gedetineerde Gunej uit Macedonië heeft het verhaal van Keijzer ademloos aangehoord. Na afloop krijgt Keijzer eerst een ‘boks’, later zelfs een knuffel. Er zijn meer jongeren die hun sympathie tonen door een opgestoken duim of door het schudden van Keijzers hand.
Gunej heeft spijt van wat hij gedaan heeft. „Dit verhaal raakt me wel, ik vind het echt top dat hij zoiets doet”, zegt hij na afloop.
Gunej moet nog een jaar achter de tralies doorbrengen. „Het is niet echt een pretje, ik zit liever bij mijn familieleden die me liefhebben.” Hij is zich bewust van de gevolgen van zijn daden voor familie, aan de dader- en aan de slachtofferkant.
Slokje water
Keijzer weet zeker dat de zaken die hij aansnijdt meer jongens bezighouden. „Dit is een heel aparte groep jongeren. Als ik hier bezig ben, zie ik aan hun kopjes dat het verhaal ze ten diepste raakt. Het raakt mij ook, absoluut. Als ik een slokje water neem, is dat niet omdat ik dorst heb. Ik kan het verhaal over de zelfmoordbrief van Pascal niet met droge ogen vertellen. Ik voel dat nog steeds, het doet pijn.”
Het beleid van Amsterbaken is er in toenemende mate op gericht dat de jonge gedetineerden in contact komen met mensen die uit eigen ervaring kunnen putten, zoals Keijzer. „Maar we hebben ook voetballer Glenn Helder gehad. Een halfjaar geleden gaf Pedro Huizing, die negen jaar in een dodencel in Thailand zat opgesloten, een workshop. Het is iets waar ze zich mee kunnen identificeren, de gevangenis en drugs. Veel van deze jongens zijn daar wel gevoelig voor”, zegt sportbegeleider Niels. „Ze waren vanmiddag allemaal stil en dat is voor deze doelgroep wel uniek.”
Keijzer heeft een vurige wens. „Ik wil in gesprek met de dader, dat zou mij ontzettend veel rust geven. Waarom betuigt een dader geen spijt? Geweld doet ontzettend veel met mensen, ouders zijn voor het leven getekend.”
Hij toont de 25 jongeren een foto van Pascal en zijn broertje. „Remy heeft heel veel vriendjes en vriendinnetjes, maar niet zijn broer. Dát heeft ook veel impact.”