Vorige week werd Minnema gebeld door een iemand die zich met die naam voorstelde en een duidelijk Brabants accent. Hij zat in de problemen, zei hij en wilde een gesprek. Minnema: „„Woont u hier in ons dorp?”, vroeg ik. Daar deed hij vaag over. Hij was naar Leek en Groningen gegaan en nu weer teruggekomen. Op mijn vraag of ik naar hem toe zou komen, was het antwoord even vaag. „Dat stellen mijn huisgenoten niet op prijs.””

De volgende dag kwam ”Eugène” niet opdagen op de gemaakte afspraak. „Dat versterkte mijn vermoedens dat hier iets niet klopte.” Later bleek dat een dorpsgenoot ”Eugène” had doorverwezen naar de protestantse predikant B. B. Wolters.

Een paar dagen later kreeg Minnema van een PKN-collega uit de regio een mailtje met deze inhoud: „Afgelopen donderdag hebben wij diakonale hulp verleend aan een man die zich Eugène noemt, hij is een jaar of 40, heeft een Indonesisch/Vietnamees uiterlijk, en een brabants accent. Hij had geld, een telefoon en een treinkaartje nodig nadat (veel van) z’n spullen waren gestolen. Gezien zijn vervolgvragen vermoeden wij bedrog. Mocht je deze man hebben gezien, graag contact.”

Veel predikanten uit de hele provincie Groningen reageerden op dit mailtje. ”Eugène” was bij zeker twintig predikanten aan de deur geweest met een soortgelijk verhaal. Verschillenden hadden hem, al dan niet met diakonale assistentie, een bedrag gegeven. „Ondanks donkerbruine vermoedens. Anderen hadden hem sneller door en hebben hun portemonnee gesloten gehouden.”

Een aantal voorgangers meldde zijn ervaringen bij de politie. „Die vraagt ieder die benadeeld is dringend om aangifte te doen tegen deze man, die ook wordt verdacht van het roven van mobiele telefoons.” De man is ook actief geweest in de omgeving van Deventer.

Minnema wil zijn collega’s waarschuwen. „Bij pastoriebewoners zorgen dergelijke ervaringen voor gevoelens van onveiligheid.”