Kleine industrie krijgt meer vertrouwen
Kleine en middelgrote bedrijven in de industrie hebben iets meer vertrouwen in de toekomst gekregen. Van elke honderd ondernemingen menen 54 dat een opleving voor de deur staat. In de zomer waren dat er 51.
Dit blijkt uit de Industriemonitor die brancheorganisatie MKB-Nederland samen met de Rabobank donderdagochtend naar buiten heeft gebracht. Helemaal gerust op de toekomst zijn bedrijven niet. Vergeleken met een jaar geleden zijn zij pessimistischer geworden. Toen zagen 58 van de honderd kleinere industriële bedrijven een gezonde toekomst. Bovendien is volgens de opstellers van de Industriemonitor „een mogelijk herstel een dubbeltje op zijn kant, omdat het afhankelijk is van onzekere ontwikkelingen in het buitenland. Voor het tweede halfjaar wordt de kans op een terugval in de groei van de wereldeconomie zeer reëel geacht.”
Het broze herstel van het vertrouwen betekent niet dat de kleinere industrie verwacht meer banen te scheppen. Integendeel, de bedrijven denken dat er de komende jaren 63.000 arbeidsplaatsen zullen verdwijnen, 3000 meer dan hun verwachting van vier maanden geleden. In 2003 nam de werkgelegenheid in de sector af met 25.200 banen.
Redenen voor het banenverlies zijn overcapaciteit, arbeidsbesparende investeringen en verplaatsing van productiecapaciteit naar het buitenland. Een kleine 2800 bedrijven is van plan de productie naar lagelonenlanden te verplaatsen. „Het laagbetaalde, eenvoudige werk in het industriële mkb is snel aan het verdwijnen”, schrijven de onderzoekers. In Nederland bieden de 44.400 kleine en middelgrote bedrijven in de industrie werk aan 405.000 mensen. Deze motor van de economie is goed voor een jaaromzet van 68 miljard euro.
Voor herstel van de kwakkelende Nederlandse economie is het volgens MKB-Nederland van essentieel belang dat bedrijven concurrerender worden. Uit de Industriemonitor blijkt dat twee op de drie bedrijven daaraan werkt. „35 procent van de bedrijven doet niets”, aldus MKB-Nederland.
Lichtpuntje is wel dat kleine en middelgrote ondernemers in de industrie een verbetering van hun concurrentiepositie zien. Zo zullen meer bedrijven nieuwe producten op de markt brengen. Verder stijgen de lonen minder snel door het najaarsakkoord en door verplaatsing van de productie naar lagelonenlanden.