Kerk & religie

Ulrum herdenkt Afscheiding met soldaten op straat, een spreker in de kerk

Ulrum is vandaag de dag een vredig, Gronings dorpje. Maar in de periode na de Afscheiding van 1834 was de sfeer ronduit grimmig: de gemoederen waren verhit, en de overheid zette zelfs het leger in om de orde te handhaven.

Arjen Zijderveld
22 September 2014 15:34Gewijzigd op 15 November 2020 13:04
Ulrum herdenkt de Afscheiding. Beeld Sjaak Verboom
Ulrum herdenkt de Afscheiding. Beeld Sjaak Verboom

Wie zaterdag een bezoek bracht aan het dorpje Ulrum, waande zich zo’n 200 jaar terug in de tijd. Marcherende soldaten die zich onder tromgeroffel een weg banen door de straten. Een man die in 19e-eeuwse kleding het centrum doorkruist op een loopfiets. Een vrouw die een kar vol met appels voorttrekt. Twee vriendelijke veldwachters die met glimmende sabels de orde bewaken te midden van het nieuwsgierige publiek.

Het door de Stichting Ulrum 1834 georganiseerde evenement ”180 jaar Afscheiding, 200 Koninkrijk… en Ulrum” voerde bezoekers op die manier terug in de tijd. De stichting heeft zich ten doel gesteld het Groningse dorpje op de kaart te zetten aan de hand van de historische gebeurtenissen rond de Afscheiding in 1834.

In een historische lezing getiteld ”De koning en de kerk” ging dr. Harm Veldman, gepromoveerd op een biografie van ds. Hendrik de Cock, in op de gebeurtenissen rond de toenmalige predikant van Ulrum. In het oude hervormde kerkje van Ulrum –de best denkbare locatie– liet dr. Veldman zien wat destijds de achtergronden waren van de Afscheiding.

Op maandagavond 13 oktober 1834 besloot de kerkenraad van de Nederlandse hervormde gemeente van Ulrum onder leiding van ds. De Cock over te gaan tot afscheiding van de Nederlandse Hervormde Kerk, vanwege de verwatering in de leer. De dag daarna kwam een groot aantal leden van de gemeente, inclusief de kerkenraad en de dominee, samen in de herberg van de weduwe Koster-Hulshoff. Daar ondertekenen 137 personen de Acte van Afscheiding of Wederkeering.

In heel Nederland volgden andere gemeenten het voorbeeld van Ulrum. De overheid was daar niet blij mee. Koning Willem I regeerde volgens dr. Veldman als een „verlicht despoot”, waarbij de volksvertegenwoordigers niet meer waren dan „een fraaie versiering van de staat.” Hoewel er officieel sprake was van godsdienstvrijheid, gold dat alleen voor de reeds bestaande godsdiensten, waarbij er geen sprake was van vrijheid van belijden.

Willem I probeerde via de kerk zijn verlichtingsidealen –waarbij de kerk diende ter bevordering van het zedelijke ideaal– te verwezenlijken. Daartoe deed het ministerie van Eredienst verslag aan de koning. Bovendien had Willem I, geïnspireerd door de Anglicaanse Kerk in Engeland, een idee van de kerk voor ogen waarbij alle kerken, inclusief de Rooms-Katholieke Kerk, uiteindelijk één nationale volkskerk zouden moeten vormen.

Het theologische klimaat van de 19e eeuw kenmerkte zich volgens dr. Veldman door vrijzinnigheid, waarbij de Bijbel niet meer als Woord van God werd gezien, de mens via de deugd het eeuwige leven zou beërven, en de leer van de verzoening als barbaars werd beschouwd. Het verzet tegen deze manier van denken –onder anderen door Groen van Prinsterer, Isaac da Costa en Hendrik de Cock– werd door Willem I als bedreigend ervaren voor de eenheid van de kerk, en dus de eenheid van het land.

De regering maakte het de afgescheidenen dan ook erg moeilijk, wat uiteindelijk resulteerde in een militaire bezetting van Ulrum en de veroordeling van ds. De Cock tot drie maanden gevangenisstraf. Volgens dr. Veldman was Willem I gefrustreerd omdat hij, vanwege deze zelfde politiek, een paar jaar eerder de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) was kwijtgeraakt. Zo bezien zou de politieke afscheiding van België vergelijkbaar zijn met de protestante kerkelijke afscheiding van Hendrik de Cock.

Heruitgave

Na zijn lezing kreeg dr. Veldman het eerste exemplaar aangeboden van de heruitgave van de Acte van Afscheiding of Wederkeering. Het boekje, uitgegeven door de werkgroep Kerkhistorisch Museum Ulrum en uitgeverij Vliedorp in Houwerzijl, bevat de oorspronkelijke tekst van de akte. Een van de leden van de werkgroep, Peter van den Burg, verzorgde de tekstverklaringen en beschreef de achtergronden van de akte.

Wie de lezing van dr. Veldman had gemist, kon ook een indruk krijgen van de gebeurtenissen rond 1834 door te kijken naar de voorstelling ”Van liefde en afscheiding” van toneelvereni-
ging Ons Klubke. In dit stuk wordt het verhaal verteld van 
een gewoon boerengezin dat kerkte bij Hendrik de Cock en 
in de jaren rond de Afscheiding het nodige meemaakte.

Daarnaast waren er zaterdag tal van andere activiteiten georganiseerd die de 19e eeuw tot leven moesten wekken. Zo was er een modeshow waarbij 19e-eeuwse kleding werd getoond, er was aandacht voor oude ambachten, er waren soldaten in historische uniformen. De dorpskern had zo veel mogelijk het aanzien van 1834 gekregen, en in de hervormde kerk werd op het orgel klassieke muziek ten gehore gebracht, onder anderen van Mendelssohn, een tijdgenoot van De Cock.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer