Kerk & religie

Belijdenis

Jeremia 2:13

20 September 2014 08:20Gewijzigd op 15 November 2020 13:02

„Want Mijn volk heeft twee boosheden gedaan; Mij, de Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelf bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden.”

In onze dierbare belijdenissen, met het bloed van onze vaderen bezegeld, als uit Gods Woord geschept, zien we duidelijk wat wij –naar Gods Woord– geloven, belijden en betrachten moeten, om de ware troost in dit leven en de zaligheid na het sterven deelachtig te worden. Waarom pleegden wij deze dubbele misdaad tegen de God van onze vaderen, tegen zo veel licht en beter weten in, tegen zulke sprekende bewijzen van Gods onbegrijpelijke liefde in jegens ons?

Het is vijandschap tegen de Heere en Zijn openbaring, vijandschap tegen waarheden, die in strijd zijn met onze ingebeelde wijsheid, met onze hoge dunk van onze eigenwaarde, van onze eigen genoegzaamheid en kracht, met onze verdorven smaak, met onze hoogmoed en eerzucht, met onze aardsgezindheid en zondeliefde! Liever wil men afvallen van de oude en beproefde waarheid, en de geest van deze eeuw volgen, dan zich de naam van zwartkijkers –die niet kunnen en niet weten voort te gaan– te laten geven. De eer van de mensen liever te hebben dan de eer van God, is de klip waarop, in onze dagen, duizenden schipbreuk lijden aan het geloof van hun vaderen.

B. Moorrees, predikant te Wijk (”Leerrede”, 1841)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer