Refojongere: Bijbel heeft niet laatste woord
AMERSFOORT. Reformatorische jongeren zien de Bijbel als een waardevol boek, maar niet als het einde van alle tegenspraak. Ze raadplegen ook andere bronnen om hun mening te vormen.
Dat blijkt uit de donderdag verstuurde nieuwsbrief van het lectoraat ”Werken aan de opdracht” van het Hoornbeeck College. Het lectoraat hield een enquête onder 1600 reformatorische jongeren. Slechts 4 procent van hen zegt geen rekening te houden met de Bijbel. Tegelijk neemt het gezag van de Bijbel onder de jongeren af.
Lector dr. Wim Fieret: „Veel jongeren, ook van reformatorische scholen, zoeken hun antwoorden in verschillende bronnen. Op zichzelf is daar niets mis mee, als die zoektocht maar niet leidt tot een afname van het gezag van de Bijbel. En daar wringt de schoen. Voor velen is de Bijbel een van de bronnen.”
Jongeren gebruiken de Bijbel wel als „vertrekpunt” bij hun zoektocht naar antwoorden, maar verdiepen zich ook in andere opvattingen. Fieret: „Daarna wordt er een keuze gemaakt waarbij ze zich goed voelen. Dat goed voelen zit diep. Het pick-en-mixgedrag leidt ertoe dat jongeren in toenemende mate overal iets vandaan halen en zelf naar believen samenvoegen, ook op geloofsgebied.”
Deze houding roept conflicten op met de kerkelijke gemeente waarin jongeren opgroeien, signaleert Fieret. „De nieuw verworven overtuiging kan zelfs leiden tot een drang om leeftijdsgenoten ervan te overtuigen dat de kerk van de ouders het bij het verkeerde eind heeft, of in ieder geval eenzijdig is.”
Het lectoraat publiceerde zijn derde brochure, dit keer voor ouders.