Kritische noten bij het begrip compassie
UTRECHT. Compassie is een belangrijk woord aan het worden in de samenleving. Compassie is wat overblijft als een samenleving God kwijtraakt. Het doen van goede werken staat echter niet op zichzelf.
Ds. W. Rietkerk sprak dinsdagavond in Utrecht voor l’Abri over compassie en de Britse schrijfster Karen Armstrong. L’Abri is een internationale organisatie die antwoorden zoekt op vragen die de moderne cultuur oproept, met Nederlandse vestigingen in Utrecht en Eck en Wiel.
Voorafgaand aan zijn lezing laat de voorzitter van l’Abri Nederland een filmpje zien waarin de schrijfster haar denkbeelden uiteenzet. Armstrong heeft afscheid genomen van het christelijk geloof waarmee ze is opgegroeid en is gegrepen door wat naar haar mening religies samenbindt: compassie. De „gouden regel” van alle godsdiensten is volgens haar: „Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” De schrijfster vindt niet dat de schuld van alle geweld in de wereld bij religie ligt. Geweld is volgens haar misbruik maken van de religie. Mensen van goede wil moeten hun krachten bundelen in het betonen van compassie, of zij nu christen, moslim, jood of boeddhist zijn. Daartoe schreef ze een ”Handvest voor compassie”. Ze hoopt dat haar boodschap van compassie tegenwicht zal bieden aan het almaar toenemende geweld in de wereld.
Ds. Rietkerk wijst erop dat compassie een belangrijk woord aan het worden is in de samenleving. De bekende schrijver Anselm Grün gebruikt het woord in de titel van een van zijn nieuwste werken. Ook in het CDA-program komt het woord vaak voor. Compassie is, aldus ds. Rietkerk, „wat overblijft als een samenleving God kwijtraakt.” De predikant noemt compassie een Bijbels begrip, dat overeenkomt met woorden als barmhartigheid en goedertierenheid. Hij acht het daarom goed dat Armstrong compassie met de ander wil stimuleren. Toch overheerst bij hem de kritiek. Het bezwaarlijkst vindt hij dat Armstrong met haar boodschap religie wil vervangen. „Bij religie gaat het om de redding van de mens. Het gaat Armstrong niet om redding, maar om het verbeteren van de mensheid. Bij haar komt eerst de waarde –het doen– en dan de waarheid. In de religie is het andersom.”
De predikant stelt dat het doen van goede werken een gevolg is van het kennen van God, en niet op zichzelf staat. Als voorbeeld noemt hij Franciscus van Assisi, die door een openbaring van God zijn leven veranderde en compassie met zijn naasten ging tonen. Ds. Rietkerk erkent hierbij dat ook niet-christenen goede daden kunnen doen.
Verder vraagt de predikant zich af of het woord compassie voor christenen, moslims en boeddhisten dezelfde inhoud heeft. Bij Armstrong gaat het, gevoed door een christelijke achtergrond, om bewogenheid met mensen. „Maar in het boeddhisme betekent compassie zoiets als gelatenheid, en bij de islam rechtvaardigheid.” De theoloog verwacht dat de roep om compassie op een teleurstelling zal uitlopen.