Kerk & religie

Dr. Plaisier: Koning zeer betrokken bij dienst PKN

AMERSFOORT. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) wil een kerk zijn die zich openstelt naar de cultuur. „Die openheid kan er echter alleen zijn binnen het kader van het Evangelie.”

15 September 2014 18:38Gewijzigd op 15 November 2020 12:56
Dr. A. J. Plaisier. beeld Henk Visscher
Dr. A. J. Plaisier. beeld Henk Visscher

Dat stelde de scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, maandag desgevraagd.

Zondag vierde de Protestantse Kerk –die in 2004 ontstond na een vereniging van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk– haar tienjarig bestaan met een kerkdienst in het kerkgebouw van de hervormde wijkgemeente van bijzondere aard De Fontein in Nijkerk. Ook koning Willem-Alexander en koningin Maxima waren in de dienst aanwezig.

Dr. Plaisier kijkt „dankbaar” terug op de dienst van zondag. „Ik weet dat er vragen kunnen zijn over de invulling van de dienst, waarin ook artiesten die niet allemaal betrokken zijn bij de kerk, liederen ten gehore brachten. Als leiding van de kerk wilden we in deze dienst een maximale openheid laten zien naar onze cultuur. Juist ook omdat de dienst rechtstreeks op de televisie werd uitgezonden. Echte inhoud ging volgens ons samen met aantrekkelijkheid.”

Er zijn mensen, ook in de PKN, die vinden dat die openheid veel te groot was.

„Dat begrijp ik, maar ik ben het er niet mee eens. Openheid mag er zijn, binnen de begrenzing van het Evangelie. En dat Evangelie is gisteren verkondigd. Zelf heb ik in mijn preek duidelijk willen maken dat Jezus verloren en geschonden mensenlevens verbindt met God. Het optreden van enkele artiesten die niet direct een relatie hebben met de kerk, geeft herkenbaarheid bij de kijkers thuis. Met het doel duidelijk te maken dat God in het Evangelie zegt dat Hij ons wil omarmen.”

Heeft de kerk zelf niet genoeg missionaire kwaliteiten in huis dat er een beroep gedaan moet worden op artiesten van buiten de kerk?

„We hebben heel veel in huis. Maar je hoeft daarmee de gaven van anderen, soms van buiten de kerk, niet te schuwen. Daarbij wil ik opmerken dat de meerderheid van de artiesten die meededen wel degelijk een kerkelijke achtergrond of binding met de kerk heeft. Sommige liederen die gisteren werden gezongen en die in principe geen religieuze inhoud hebben, kregen door het kader waarin ze gezongen werden een andere dimensie. En dat kader wordt aangegeven door het Evangelie. We willen als kerk wat dat betreft duidelijk zijn over onze identiteit en stoppen die bepaald niet weg. Maar dat sluit bijdragen van buiten de kerk volgens ons niet uit.”

Hoe vonden de koning en de koningin de dienst?

„Het viel me op dat ze zeer betrokken waren. Zowel in de dienst als erna. Ze hebben achteraf gesproken met diverse mensen die bij het werk van de Protestantse Kerk betrokken zijn. Bijzonder vond ik het te horen hoe ongelooflijk goed de koning en zijn vrouw geïnformeerd waren. Ze zijn écht betrokken.”

Hebt u ergernis gemerkt bij de koning over een eerdere opmerking van de preses van de Protestantse Kerk in Nederland, mevrouw ds. K. van den Broeke, die stelde dat de koning wel iets meer voor zijn christelijke levensovertuiging zou mogen uitkomen?

„Nee, absoluut niet. Maar ik doe verder geen verslag van de gesprekken met koning en koningin.”

De kerkvereniging ging in 2004 gepaard met een scheuring in hervormde kring. Begrijpt u de pijn die er bij veel mensen in en buiten de Protestantse Kerk is, zeker als ze zo’n feestelijke dienst zien of beluisteren?

„Natuurlijk begrijp ik dat. Die pijn is er ook bij mij. Vandaar ook mijn opmerking over de scheuring in de preek.

Het zal duidelijk zijn dat die scheuring volgens mij niet nodig was. En: ik hoop met heel m’n hart dat die scheuring ook niet voor altijd zal zijn.

Ik hoop en bid dat de kerkvereniging van 2004 het begin zal zijn en dat deze uiteindelijk zal leiden tot een verdere vereniging met andere kerken.”

Heeft het moderamen ook uitnodigingen voor de dienst van gisteren verstuurd aan het bestuur van de Hersteld Hervormde Kerk?

„Nee. En dat hebben we niet gedaan omdat we hen er niet bij wilden hebben, maar omdat betrokkenheid bij de ander van ons ook wijsheid vraagt.

Je mag een ander met een uitnodiging niet in verlegenheid brengen. Dat wilden we voorkomen.”

U hebt in een brief aan het Hervormd Overleg –een overleg van personen uit hervormde gemeenten in de Protestantse Kerk en uit de Hersteld Hervormde Kerk– geschreven dat u uitziet naar een moment waarop u, samen met hersteld hervormden, schuld kunt belijden over wat er allemaal niet goed ging rond de kerkvereniging.

„Daar zie ik inderdaad naar uit. Vanzelfsprekend moet zo’n initiatief van twee kanten komen. Ik ben blij met iedere toenadering die er tussen ons is.”

Zowel in het dagblad Trouw als in het Nederlands Dagblad werd in hoofdredactionele commentaren zeer positief geschreven over de Protestantse Kerk.

Lachend: „Dan moet je dus oppassen. Serieus: oppassen moet je altijd. Je moet de zaken altijd relativeren. Want laten we wel zijn: er is ook genoeg smaad over de kerk uitgegoten en dat zal er ook vast weer zijn in de toekomst. Maar natuurlijk ben ik er wel blij mee. En verder zijn we als kerk geroepen het Evangelie te brengen. Om onze kaarten eerlijk en open op tafel te leggen. Dat proberen we, maar we bidden juist daarin om de leiding van de Heilige Geest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer