Buitenland

Midden-Oosten huiverig voor strijd tegen IS

AMMAN. De landen in het Midden-Oosten zijn zich van het gevaar van de Islamitische Staat (IS) bewust. Maar ze zijn huiverig voor actieve deelname aan de strijd tegen de radicale beweging.

Martin Janssen
15 September 2014 07:29Gewijzigd op 15 November 2020 12:55Leestijd 3 minuten
MAKHMUR. Behalve Koerdische strijders zijn Arabische landen over het algemeen huiverig om troepen tegen IS in te zetten. beeld AFP
MAKHMUR. Behalve Koerdische strijders zijn Arabische landen over het algemeen huiverig om troepen tegen IS in te zetten. beeld AFP

Op de laatste NAVO-top in Wales ontvouwde de Amerikaanse president Obama zijn plannen voor een internationale coalitie die IS moet gaan bestrijden. Zijn minister van Buitenlandse Zaken John Kerry begon vervolgens een reis door het Midden-Oosten om de steun te verwerven van Arabische landen. Die kwamen afgelopen donderdag samen met Turkije bij elkaar in de Saudische stad Jeddah, waar ze met groot vertoon de Verklaring van Jeddah ondertekenden. Lezing van deze verklaring maakt duidelijk dat de Verenigde Staten weinig hulp hoeven te verwachten uit de Arabische wereld.

De Arabische landen beloofden in deze verklaring dat ze de coalitie „humanitaire en logistieke ondersteuning zullen leveren” en dat ze „het terrorisme op eigen bodem zullen bestrijden.” Het was veelzeggend dat Turkije zelfs deze in vage bewoordingen opgestelde verklaring weigerde te ondertekenen.

De gehele Arabische wereld voelt zich momenteel bedreigd door IS, maar tegelijkertijd vrezen de landen in het Midden-Oosten dat ze direct doelwit zullen worden van IS in het geval ze gaan participeren in een militaire campagne tegen de beweging.

Een land als Jordanië voelt zich, zeker met 1,5 miljoen Syrische vluchtelingen op zijn grondgebied, direct bedreigd door IS. De Jordaanse autoriteiten spraken daarom in lovende woorden over een internationale coalitie tegen IS, maar lieten John Kerry tegelijkertijd weten dat hun prioriteit momenteel „de wederopbouw van Gaza” is.

De Verenigde Staten willen IS in Syrië laten bestrijden door gematigde Syrische rebellen­bewegingen die ze voor dit doel willen opleiden en bewapenen in Jordanië. De Arabische pers berichtte echter de afgelopen dagen dat duizenden Syrische rebellen op dit moment naar Saudi-Arabië worden gebracht voor militaire training. Dit lijkt te impliceren dat Jordanië geweigerd heeft hiervoor zijn grondgebied ter beschikking te stellen.

De Turkse rol, ten slotte, is dubieus. Turkije werd als NAVO-lidstaat door president Obama genoemd als een van de negen landen die deel zouden gaan uitmaken van de „kerncoalitie” tegen IS. De nieuwe Turkse premier Davutoglu weigerde de afgelopen week echter om IS een terroristische organisatie te noemen.

Er lijkt een patstelling te zijn ontstaan die als volgt kan worden samengevat. IS kan slechts verslagen worden door een hevige en waarschijnlijk langdurige guerrillaoorlog. Deze taak is in de strategie van Washington weggelegd voor de landen van het Midden-Oosten zelf.

De westerse landen die geen grondtroepen willen leveren zullen deze strijd tegen IS vervolgens ondersteunen door luchtaanvallen. De Arabische landen zijn dit echter absoluut niet van plan en willen feitelijk dat de Verenigde Staten net zoals in eerdere oorlogen de kastanjes uit het vuur halen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer