Uit voorzorg zijn ze daarom naar het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) gebracht. Ze liggen nu op isolatiekamers.

Huizenga en Zwinkels zijn op dit moment niet ziek. Er is dus ook nog geen kans dat ze anderen besmetten met ebola. Toch blijven ze uit voorzorg in elk geval 24 uur ter observatie in het ziekenhuis. Als ze maandag in orde zijn, mogen ze waarschijnlijk naar huis, aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Eenmaal thuis moeten de artsen twee keer per dag hun temperatuur meten. Daarnaast moeten ze controleren of ze de ziekteverschijnselen krijgen, zoals koorts, hoofdpijn en spierpijn. Als dat zo is, kunnen ze anderen besmetten en moeten ze misschien terug in isolatie.

Huizenga uit Apeldoorn en Zwinkels uit Reeuwijk werkten voor een lokaal ziekenhuis in Sierra Leone. Daar kwamen ze in aanraking met mensen die later overleden aan ebola. Het virus kan dodelijk zijn. Bij besmetting kunnen mensen last krijgen van koorts, hoofdpijn, spierpijn, diarree, bloedingen en problemen met de organen. Een officieel erkend medicijn tegen ebola is er nog niet. Patiënten moeten uitzieken.

Een medisch team van International SOS bracht de twee artsen zondag vanuit de afgelegen plek Yele over de grond naar Freetown, de hoofdstad van Sierra Leone. Van daaruit gingen ze met een zogeheten air ambulance naar Nederland. Na aankomst op Schiphol gingen ze rechtstreeks naar Leiden. Zowel de twee patiënten als hun artsen hadden beschermende kleren aan. „Op brancards gingen de twee door een ‘patiëntluwe’ gang naar de isolatie-afdeling. Zolang ze niet in contact komen met de vloer of de lift is er geen kans op besmetting”, zei een woordvoerster van het ziekenhuis.

„Het is nu aan de professionals de gezondheid van de artsen te beoordelen en dat te doen wat nodig is. We hebben een goede gezondheidszorg in Nederland, dus daar heb ik alle vertrouwen in”, liet minister Edith Schippers in een verklaring weten.