EU-begrotingsruzie voorgelegd aan Hof
De Europese Commissie legt het besluit van de EU-ministers van Financiën om Duitsland en Frankrijk niet hard aan te pakken voor hun te hoge begrotingstekorten, voor aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Zij vraagt echter alleen een uitspraak over de gevolgde procedure en niet over de beleidsmatige aspecten.
Het twintig leden tellende dagelijks bestuur van de Unie voerde dinsdag in Straatsburg langdurig beraad over deze politiek zeer gevoelige kwestie. De opvattingen liepen uiteen en de uiteindelijke beslissing kwam dan ook niet met eensgezindheid tot stand.
De regeringen in Berlijn en Parijs zullen de juridische actie die wordt gestart, beschouwen als een directe aanval in hun richting. Zowel binnen als buiten de Commissie leeft daarom de vrees dat de gang naar het Hof de verhoudingen in de EU zal verstoren. Dat kan de komende tijd de besluitvorming op tal van terreinen bemoeilijken. Met name de vertegenwoordigers van de grote lidstaten stelden zich op het standpunt dat tegen die achtergrond de dialoog de voorkeur verdient boven een gerechtelijke procedure.
Voorzitter Prodi en zijn collega Solbes van Economische en Monetaire Zaken hadden er geen behoefte aan de onenigheid over het voor de eurolanden geldende stabiliteitspact naar de buitenwacht toe nog eens breed uit te meten, met het risico het geschil daarmee aan te scherpen. Zij lieten een toelichting op de uitkomst van de discussie over aan een woordvoerder. Die slaagde erin met mistige redeneringen een concreet antwoord op sommige vragen te ontwijken. Hij weigerde te speculeren over wat er moet gebeuren als het Hof bevestigt dat de ministerraad inderdaad onjuist heeft gehandeld.
„We willen geen overdreven reclame maken voor ons besluit”, merkte hij op. „We zijn niet uit op een confrontatie. We willen constructief samenwerken met de bewindspersonen om de economische problemen het hoofd te bieden.”
Hij herhaalde enkele malen dat de Commissie gewoon haar rol zal blijven vervullen als instantie die belast is met het toezicht op de naleving van de budgettaire spelregels.
Zij wil volgende maand voorstellen bespreken voor een verfijning van de wijze waarop zij de begrotingssituatie in een bepaald land analyseert en beoordeelt. Solbes zei vorige week al dat hij geen aanpassing wenst van het groei- en stabiliteitspact, maar dat hij er wel voor voelt de omvang van de overheidsschuld en de economische omstandigheden te betrekken bij de afwegingen.
Het duurt soms jaren voordat de Europese rechter een vonnis velt. In dit geval dringt de Commissie aan op een versnelde gang van zaken, zodat reeds binnen drie tot zes maanden duidelijkheid ontstaat. Het Hof moet beslissen of het aan dit verzoek gehoor geeft.
Het negatieve begrotingssaldo van Duitsland en Frankrijk bevindt zich al drie jaren achtereen boven de in het pact vastgelegde grens van 3 procent van het bruto binnenlands product. De ministers zagen in november af van boetes en stemden ermee in dat de betrokken overheidstekorten niet in 2004, maar pas in 2005 weer zullen voldoen aan de voorschriften.
Zalm pleitte destijds voor een strenge benadering, maar vond daarvoor onvoldoende steun onder zijn EU-ambtgenoten.
In Berlijn reageerde minister Eichel van Financiën fel. „Niet in de laatste plaats om de toekomst zou het beter zijn om op samenwerking in plaats van op confrontatie aan te koersen”, zei hij. De Franse premier Raffarin zei het besluit tot een rechtszaak te respecteren en vertrouwen te hebben in de afloop.
Minister Zalm zei in een reactie namens het kabinet heel blij te zijn met het besluit. Maar minister Bot van Buitenlandse Zaken toonde zich dinsdag niet erg enthousiast over een eventuele rechtszaak. „Ik geloof dat we hiermee twee jaar zouden verliezen. We kunnen misschien meer bereiken door constructief overleg.”