Ministerie ruimt mest vogelpestbedrijven op
Het ministerie van Landbouw is begonnen met het opruimen van de opgeslagen mest van vogelpestbedrijven. De mest, die volgens het departement door de lange opslag inmiddels virusvrij is, wordt overgebracht naar regiodepots in akkerbouwgebieden.
Als eerste werd dinsdag mest weggereden uit de opslag in het Gelderse Voorthuizen, waar ruim 6000 ton van besmette bedrijven uit de omgeving van Barneveld ligt opgeslagen. Het bedrijf Mosterd, eigenaar van de opgeslagen mest, zorgt voor de verwijdering van de mest.
Na het uitbreken van de vogelpest heeft het ministerie van Landbouw vanaf maart vorig jaar de mest van besmette bedrijven opgeslagen in verschillende depots in Voorthuizen, Nunspeet en Valkenswaard. Het deed dat om verdere verspreiding van het virus, dat in de mest kon zitten, te voorkomen. Het departement wilde de mogelijk besmette kippenmest van de boerderijen weghalen, zodat de geruimde bedrijven virusvrij konden worden verklaard.
De opslag in Voorthuizen zou aanvankelijk tot eind vorig jaar duren. Het bedrijf Mosterd, dat de mest heeft opgekocht, had deze rond die tijd nog altijd niet weggehaald. De gemeente Barneveld stelde het ministerie daarop een ultimatum. Op straffe van een dwangsom van 200.000 euro moet de opgeslagen mest voor 15 februari zijn weggehaald uit de loodsen van het voormalige defensiecomplex in Voorthuizen.
De kippenuitwerpselen gaan naar akkerbouwers die de mest kunnen gebruiken. Volgens het ministerie is de mest na 120 dagen gegarandeerd virusvrij en gaat het nu in feite om gewone mest.