Broekers-Knol en Rutte spraken in het bijzonder over PvdA-senator Willem Witteveen, die bij de ramp op 17 juli boven het oosten van Oekraïne omkwam met vrouw en dochter. Witteveen was volgens Rutte een zachtmoedig mens, oprecht geïnteresseerd en een erudiete wetenschapper met onderzoekende geest. „De senaat was voor hem een ruimte om de geest te laten waaien. Witteveen stond voor redelijkheid, beschaving en rechtstatelijkheid. Het is een bizarre en intens droevige speling van het lot dat juist deze man slachtoffer is van een volstrekt redeloze daad.”

Broekers-Knol prees Witteveen als bedachtzaam en integer, altijd redelijk en altijd in staat te relativeren.