De beraadsdag wordt op 14 februari georganiseerd op initiatief van de gereformeerd vrijgemaakte kerk van Barneveld-Voorthuizen. In het rapport ”Vrouwelijke ouderlingen en predikanten?”, dat in juni vorig jaar verscheen, doet een landelijke Nederlands gereformeerde commissie de aanbeveling de ambten van ouderling en predikant ook voor vrouwen open te stellen. In de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) is het ambt gesloten voor vrouwen. Dit geldt ook voor de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), die de officiële samensprekingen met de NGK weliswaar in 1998 beëindigden, maar niet wilden tornen aan de plaatselijke samenwerking met de NGK.

De Nederlands gereformeerden in Barneveld stemden eerder in met het rapport over de vrouw in het ambt. De gereformeerde kerk vrijgemaakt sluit zich echter aan bij het standpunt van deputaten kerkelijke eenheid (DKE). Die liet vorig jaar in een schriftelijke reactie weten het te betreuren dat in het bewuste rapport onvoldoende aansluiting bij de Schrift is gezocht.

Volgens de vrijgemaakte predikant in Barneveld, ds. E. J. Hempenius, wordt de beraadsdag belegd om na te denken over de consequenties van het rapport en om daarover een gezamenlijk standpunt in te nemen. Uitgangspunt is dat de kerken samen een koers kunnen varen en niet op eigen houtje gaan opereren. Tijdens de dag wordt geïnventariseerd hoe de stand van zaken is in de samensprekingen tussen de gemeenten.

DKE hebben vooral moeite met de redenering achter de uitkomst van het rapport. Zij vinden dat de cultuur een te grote stem krijgt terwijl het Evangelie onvoldoende aan het woord is gekomen. De deputaten constateren ook een manco in de verwerking van de schriftgegevens uit Genesis, over de verhouding tussen man en vrouw.

Het deputaatschap zei vorig jaar geen uitspraken te willen doen over de gevolgen van het rapport voor de gesprekken met de NGK, in ieder geval niet voordat de Landelijke Vergadering van de NGK in april 2004 over het rapport een besluit neemt. Waarom dan wel al een initiatief van de plaatselijke kerken? Ds. Hempenius: „Je kunt kiezen voor afwachten, maar dan loop je achter de feiten aan. De beslissing zou dan wel eens druk kunnen leggen op de samensprekingen.”

Het deputaatschap voor de eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland van de CGK zei vorig jaar de hermeneutische keus van het rapport te betreuren. Voor een inhoudelijk oordeel verwezen deputaten naar de besluiten van de synode in 1998, zoals vastgelegd in het rapport ”Vrouw en ambt”. Prof. J. W. Maris, voorzitter van deputaten eenheid, sprak destijds de verwachting uit dat het rapport van de NGK-commissie de verhouding met de NGK niet gemakkelijker zou maken, in het geval de Landelijke Vergadering het rapport tot besluitvorming zou maken. „De vergelijking die de commissie in het rapport maakt met het CGK-rapport, laat nogal een verschil zien”, zei hij. „Na 1998 zijn er, op een lager pitje, nog wel voortgaande gesprekken geweest. Tijdens die gesprekken is, in goede harmonie, op een heldere manier tegen elkaar uitgesproken hoe de zaken erbij staan. Dat een besluit inzake vrouwelijke ambtsdragers een moeilijke kwestie zou vormen, is voor iedereen duidelijk.”

De ontwikkelingen op lokaal niveau hebben de aandacht van deputaten eenheid. Prof. Maris, vorig jaar: „Onze synode heeft uitgesproken niet te willen tornen aan plaatselijke samenwerking, maar in de praktijk betekent dit wel dat CGK-gemeenten gehouden zijn aan de regels van het eigen kerkverband. Een aantal gemeenten heeft samenwerking in de zin van kanselruil; zes gemeenten zijn als samenwerkingsgemeente in feite geïntegreerd. Stel dat de Landelijke Vergadering van de NGK het rapport accordeert, dan zullen deze samenwerkingsgemeenten niet alle ambten voor vrouwen kunnen openstellen.”

Ds. K. Harmannij spreekt tijdens de beraadsdag over de visie van de deputaten op de verhouding tussen plaatselijke en landelijke contacten. Ds. H. ten Brinke zal het rapport inhoudelijk bespreken.