Mensenrechtenactivist Mansouri werd op 11 mei 2006 in Syrië opgepakt en vervolgens uitgeleverd aan Iran. Daar werd hij in 2007 ter dood veroordeeld. Later werd die straf omgezet in 15 jaar cel. Na 8 jaar liet Iran hem gaan.

De geboren Iraniër al-Mansouri kwam in zijn geboorteland als activist op voor de Arabische minderheid in Ahwaz, een olierijk gebied in Iran. In 1988 week hij naar Nederland uit. Sindsdien was hij onder meer actief lid van Amnesty. Voor zijn inzet voor de mensenrechten werd hij koninklijk onderscheiden. Nederland drong sinds zijn arrestatie vergeefs bij Iran aan op een open en eerlijk proces. De Iraanse overheid beschouwt Mansouri niet als Nederlander, waardoor Nederland niet bij de gevangene mocht.

Mansouri noemt zijn vrijlating „een wonder”. Waarom hij nu is vrijgelaten, is niet duidelijk. Volgens zoon Adnan komt een gevangene volgens de Iraanse grondwet bij goed gedrag vrij als die de helft van zijn straf heeft uitgezeten. Evengoed verbaast het de familie dat een „terrorist” op deze manier eruit mag.

Mansouri zegt nu de tijd nodig te hebben om lichamelijk en geestelijk bij te komen. „Vader moet herstellen van 8 jaar gevangenschap”, aldus zijn zoon Adnan, die niets wil zeggen over de omstandigheden van de gevangenschap van zijn vader. „Hij had niet verwacht levend uit de gevangenis te komen”, wil hij wel kwijt.

Mansouri keerde op 20 augustus in Nederland terug en werd met zijn gezin herenigd. Sindsdien verblijft hij bij vrienden. De terugkeer verliep zeer emotioneel, aldus Adnan. „Het dringt eerst niet tot je door. Zelfs toen ik hem zag had ik tijd nodig om te beseffen: dit is echt zo. Eerst denk je dat je aan het hallucineren bent. Op een gegeven moment ga je elkaar aanraken, voelen, een heel emotioneel moment.”

Adnan al Mansouri wil niet zeggen waar zijn vader momenteel verblijft. „Hij heeft rust nodig. Ik hoop dat iedereen dat respecteert, vooral de media.”