Onderzoek met enthousiasme de dagelijkse werkelijkheid van God
De discussie over speelfilms mist een benadering om uit de impasse te komen, reageert Hans van Dalen.
Dr. S. D. Post reageert in het artikel ”Trek scherpe grens bij speelfilms” op het artikel ”Politiek der struisvogels” van Kees van Vianen. Kort door de bocht: Van Vianen pleit in zekere zin voor begeleid confronteren en Post voor een principiële afwijzing. Beiden geven aan dat de zienswijze van de ander niet overtuigend leidt tot enerzijds een gezonde omgang met speelfilms, of anderzijds een principieel niet kijken van speelfilms.
Het eerste punt dat ik wil inbrengen, is dat we een stap verder moeten zien te komen in de discussie. Zowel de begeleide confrontatie als de principiële afwijzing is in feite een relatief zwaktebod. Beiden gaan immers vooral uit van het onderliggende ”nee” tegen de film. Beiden zetten volgens mij te verdedigend en te negatief in.
Ik pleit voor een andere benadering, namelijk die van de positieve inspiratie. Uitgangspunt daarbij is: „a thing of (Gods) beauty is a joy forever” (John Keats (1795-1821), oftewel: een glimp van (Gods) schoonheid geeft levenslange vreugde.
Levenservaring
Waar kinderen en jongeren in aanraking komen met verhalen, boeken, romans en dus ook films die hen diep in hun hart raken en daar een onvergetelijke indruk achterlaten, daar zullen deze ervaringen een leven lang meegaan en meehelpen in de vorming van hun denken, voelen en handelen.
Ik spreek bewust nog niet over de inhoud van dit media-aanbod vanwege het tweede punt dat ik kort wil aanstippen, namelijk van de aard van deze middelen. In principe is er geen verschil tussen verhalen, romans, film en andere media. Alle bemiddelen in het communiceren van inhoud naar mensen. Er is wel een gradueel verschil vanwege de indringendheid van de diverse media. Maar daar gaat het in principe niet over.
Ik denk dus dat de discussie zich dient te ontwikkelen in de richting van hoe wij als opvoeders (thuis, in de kerk en op school) jonge mensen enthousiast kunnen krijgen voor het leven en de wereld van de Heere God. Als de Naam van deze God eigenlijk betekent: Ik ben, die Ik ben, óf Ik ben er, óf Ik ben er bij; dan is Hij niet ver weg in de hemel, maar hier op aarde aanwezig. Er is geen plaats, geen milliseconde waar Hij niet aanwezig is door middel van zijn Geest. Waar wij iets van zijn wonderlijke aanwezigheid in wereld, natuur en mensen kunnen ontdekken, dáár licht Hij op in onze duisternis. En daarvoor wil Hij ook ons gebruiken als mensen met verhalen, of dat nu sprekende verhalen zijn, verhalen in boeken, romans of films. Wij en onze ervaringen doen ertoe. Hij is daarin geïnteresseerd en wil ze beïnvloeden, zodat Hij zichtbaar wordt.
Schatzoeken
Mijn vaste overtuiging is dat het als opvoeders onze opdracht is om met enthousiasme de dagelijkse werkelijkheid van onze God te doorzoeken. De Heere wil in Zijn gehele schepping gekend én herkend worden. Ook in de verhalen van Zijn mensen. Als wij enthousiast de hele wereld van literatuur en film ‘afschuimen’ en daar dus al het goede, het mooie, het inspirerende, het bemoedigende en het verlossende ontdekken én dat (als ontdekte schatten) aanbieden aan onze kinderen en jongeren, dan ben ik ervan overtuigd dat de gewaarwording van deze schatten een leven lang met hen meegaat.
En zouden dat geen handvatten kunnen zijn voor de Heere? Zou Hij daardoor niet ook kunnen laten zien en merken wie Hij is en hoe Hij bezig is met deze, zijn eigen wereld? En zouden jonge mensen dan ook niet enthousiast kunnen worden voor Zijn zaak?
Als ik naar het woord enthousiast kijk, krijg ik hoop. Hierom zal het in principe moeten gaan, als we het denken rondom media verder willen verdiepen en ontwikkelen.
Dan zullen kinderen en jongeren van jongs af aan nieuwsgierig gemaakt worden naar waar de Heere Zich ophoudt in deze ellendige én schitterende werkelijkheid.
Zo, en dan kunnen we nu eindelijk eens gaan praten over de ‘film’ zelf. Wat laat die dan zien van Gods wonderlijke wereld en intenties?
De auteur was jarenlang hoofd afdeling kinderprogramma’s bij de Evangelische Omroep en is nu directeur van Centrum voor Vertellen, een stichting die zich inzet om de Bijbelse verteltraditie wereldwijd een impuls te geven.