Veiliger verkeer
Minister Peijs van Verkeer wil de minimumleeftijd voor brom- en snorfietsers van zestien naar zeventien jaar optrekken. Daarmee denkt ze het aantal verkeersslachtoffers verder te kunnen terugdringen.Dankzij een uitgebreid pakket veiligheidsmaatregelen en verscherping van het verkeerstoezicht is er de laatste jaren sprake van een duidelijke vermindering van het aantal verkeersdoden. Lag dit dertig jaar geleden rond de 3000 per jaar, thans gaat het jaarlijks om zo’n 1000. Dat is een forse reductie, zij het dat elk verkeersslachtoffer er een te veel is.
Bekend is dat de jongeren onder de verkeersslachtoffers onevenredig sterk zijn vertegenwoordigd. Dat komt voor een deel door hun onervarenheid. Maar belangrijker oorzaak is dat jeugdige verkeersdeelnemers zich nogal eens overmoedig gedragen en te grote risico’s nemen. Dat stoere gedrag beperkt zich niet tot bromfietsers, ook jonge automobilisten gaan zich hieraan te buiten.
Dat neemt niet weg dat bromfietsers een kwetsbaarder groep vormen dan automobilisten. Om die reden zou minister Peijs het liefst hebben dat mensen dit vervoermiddel helemaal zouden laten staan. Hoe gewenst die situatie ook moge zijn, het is een illusie te veronderstellen dat mensen geen gebruik meer zullen maken van de brommer.
Met allerlei veiligheidsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld het brommercertificaat en de helmdraagplicht, is de laatste jaren geprobeerd de veiligheid van bromfietsers te vergroten. Die aanpak heeft zeker effect gesorteerd.
Toch vallen er jaar in jaar uit nog ruim honderd dodelijke slachtoffers onder de bromfietsers te betreuren. Het is daarom alleszins te verdedigen dat de minister de minimumleeftijd voor het gebruik van dit vervoermiddel wil optrekken. In het algemeen geldt immers hoe jeugdiger, hoe meer onbezonnen. Verwacht mag worden dat met de verhoging van de minimumleeftijd het aantal slachtoffers nog iets verder afneemt.
Een grote daling als gevolg van een dergelijke maatregel valt echter niet te voorzien. Daarvoor is een mentaliteitsverandering bij jonge weggebruikers en verscherping van het toezicht op hun rijgedrag noodzakelijk.
Behalve dat jongeren graag stoer doen, overzien zij vaak niet wat de gevolgen van hun gedrag zijn. Daarom moeten zij begeleiding krijgen. In het buitenland worden jonge weggebruikers onder toezicht de weg op gestuurd. Zeker bij het behalen van het brommercertificaat is de opleiding in ons land erg kort, terwijl jongens en meisjes wel op een voertuig kruipen dat een behoorlijke snelheid kan maken en waarop ze kwetsbaar zijn. Bovendien is er na het behalen van het certificaat in het algemeen niemand die hen corrigeert, afgezien van een enkele waarschuwing of bekeuring van de politie.
De proef die in de provincie Gelderland volgende maand van start gaat waarbij jonge automobilisten een halfjaar na het behalen van hun rijbewijs voor een evaluatie van hun rijgedrag worden opgeroepen, kan een bijdrage zijn aan een verbetering van die mentaliteit. Een dergelijke aanpak zou ook voor de jonge bromfietser nuttig kunnen zijn.