Preses PKN: Je gunt de koning een levensovertuiging als houvast
UTRECHT. Opschudding in de gelederen van de Protestantse Kerk: de preses van de PKN vindt dat koning Willem-Alexander God weinig zichtbaar maakt in zijn toespraken. Maar in feite zegt ze daarmee niets nieuws, constateert ze zelf. „Toch zou het goed zijn als hij zijn levensbeschouwing zou delen.”
Al het andere werk van ds. K. van den Broeke, preses van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), is stilgelegd. Media te woord staan slokt al haar tijd op sinds NRC Handelsblad dinsdagmiddag een interview met haar publiceerde. De koning maakt God te weinig zichtbaar in zijn publieke optreden, is daarin de klacht van ds. Van den Broeke.
Dat is „een stuk scherper dan ik gezegd heb”, verweert de PKN-preses zich desgevraagd. „Ik heb constaterend gezegd dat we de koning weinig gehoord hebben over God en zijn eigen geloof, terwijl we weten dat het in zijn leven wel een rol speelt.”
U zou graag meer van de koning willen horen over zijn geloof?
„Dat zou ik mooi vinden, zoals ik het van iedereen mooi vind om te horen van waaruit hij of zij leeft. Tegelijk kan ik me voorstellen dat de koning hierin voorzichtig is, want we leven in een pluriforme samenleving en in een seculiere tijd.
Toch zou het goed zijn dat hij zijn levensbeschouwing zou delen. Maar het is natuurlijk niet aan mij om de koning iets voor te schrijven.”
Op welke momenten had de koning hierover iets kunnen zeggen?
„Een kersttoespraak is bij uitstek een moment waarop je als koning heel gemakkelijk iets kunt zeggen over de christelijke oorsprong van het feest. Het is dan nota bene Kerst! Dat het desondanks niet gebeurde, vind ik echt jammer.”
Sommige seculieren zijn blij dat de koning hier niet over spreekt, want geloof zou een „particuliere aangelegenheid” zijn.
„Er wordt vaak gesproken over de scheiding van kerk en staat. Dat is een groot goed, waar ik ook aan hecht. Die scheiding is er echter juist opdat de staat de godsdienstvrijheid van al zijn inwoners kan waarborgen.
Ieder mens heeft recht op zijn eigen levensovertuiging. Prinses Beatrix heeft als koningin laten zien hoe je daar open over kunt zijn en tegelijk anderen in hun waarde kunt laten.”
De NRC stelt dat u het Reformatorisch Dagblad nu bijvalt: deze krant schreef al eerder kritisch over dit onderwerp.
„Direct na de troonsbestijging zei ik in het RD al dat ik het jammer vond dat de koning in zijn toespraak nauwelijks naar God verwees. Mijn visie hierover is niet veranderd. Je gunt de koning dat hij een levensovertuiging heeft als houvast.”
Betreft uw kritiek ook de zondagsinvulling van het koninklijk paar?
„Nee, daar zou ik hen niet direct op aanspreken. Onze tijd is een andere dan die van dertig jaar geleden.
Voor mij is het evident dat kerkgang bij het geloof hoort, en die vreugde gun ik iedereen, maar de koning moet dat uiteraard zelf beslissen. We moeten hem zijn vrijheid gunnen.”
Op zondag 14 september is de koning aanwezig bij een kerkdienst ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de Protestantse Kerk. Zo belangrijk vindt hij het blijkbaar wel.
„Inderdaad, dat is een teken van verbondenheid. We zijn daar heel blij mee. Het is een moment waarop de koning laat zien dat hij het geloof belangrijk vindt. Ik hoop dat zulke momenten er meer zullen komen.”
U gaat zelf voor in die dienst. Spreekt u de koning hierover aan?
„Daar doe ik liever geen uitspraken over in de krant.”