Dahi Handi, een Indiaas feest met grote risico’s
Menselijke piramides in de straten van Indiase steden en dorpen. Ieder jaar worden ze hoger en riskanter. Verbieden helpt niet. Klimmers kunnen veel geld verdienen en voor politici zijn het verkapte campagnes.
Een menselijke piramide bouwen, niet in een circus maar gewoon op straat. Misschien is het een remedie tegen westerse individualisering? Wanneer je buurman elk jaar op je schouders staat loop je hem nooit meer als anonieme bewoner voorbij.
In India –om precies te zijn: in de deelstaten Maharashtra en Goa– worden er jaarlijks van zulke hoogstandjes getoond tijdens Dahi Handi, een religieus feest ter ere van de hindoegod Krishna.
Het feest viel dit jaar rond de 17e augustus (de datum wordt volgens astrologische berekeningen bepaald en is telkens een andere, maar wel altijd in augustus of september). Deze week werd bekend dat er bijna 300 gewonden waren onder piramidebouwers in de Indiase miljoenenstad Bombay en omgeving. Hoe kan het dat een vanouds religieus feest zo populair én riskant is geworden?
Dahi Handi is allang niet meer enkel religie, eerder een folkloristisch festijn waar duizenden mensen op afkomen. Het feest wordt ook steeds professioneler en neigt zelfs een volkssport te worden, met honderden wijkteams –”mandals” heten ze– die maandenlang trainen om maar de hoogste menselijke lijvenpiramide te kunnen neerzetten. Niet alleen bedrijven, ook politieke partijen en maatschappelijke organisaties proberen een slaatje te slaan uit de populariteit van de piramidefeesten. Zo was protest tegen het laten aborteren van meisjesfoetussen –een hardnekkig gebruik in India– de afgelopen jaren een boodschap die steevast op een van de piramiden te lezen was.
Intussen is die puntberg voor de deelnemers (”govinda’s”) geen doel op zich. Waar het om draait is dat de hoogst opgeklommen deelnemer –meestal een jongen vanwege diens lichte gewicht– een hoog opgehangen kruik van klei (handi), gevuld met yoghurt (curd, dahi) kapotslaat. Daarbij gaat het zeker niet alleen om de eer. Er valt ook aardig wat geld te verdienen, afhankelijk van de dikke beurs van de organisatoren. Omdat het feest ook steeds commerciëler wordt, dijt de prijzenpot ieder jaar verder uit en varieert die vandaag de dag van 1700 tot 20.000 dollar – voor de vele armen in India een aantrekkelijk lokkertje om een govinda te worden en de nodige risico’s te nemen.
Mede vanwege het prijzengeld kun je gerust spreken van een piramidegekte in augustus en september.
Dahi Handi is ook een toenemende zorg voor artsen en ouders van kinderen, want zo’n vulkaankegel van armen en benen kan zomaar instorten – met de nodige gewonden en zelfs doden als gevolg.
Geheel volgens de traditie –en om het wat spannender en gevaarlijker te maken– staan meisjes en vrouwen rond de piramide-in-opbouw ook nog eens met water en zeep klaar om de jongens en mannen nat te maken en het klimmen en bouwen extra lastig te maken.
Vanwege de hoogte van veel bouwsels is een ernstig ongeluk heel goed mogelijk. Twee jaar geleden haalde een team het Guinness Book of Records met een negen lagen tellende piramide van meer dan 13 meter.
Bij een oefening eerder deze maand verongelukte een 14-jarige jongen en daarop probeerde een rechtbank het piramidefeest voor minderjarigen te verbieden. Ook wilde de rechter een maximale piramidehoogte van 6 meter als regel.
Politici, die vaak geld doneren voor het hoogste bouwwerk, protesteerden hevig en in hoger beroep werd het vonnis teruggedraaid. Wie in Bombay 12 jaar of ouder was mocht de afgelopen dagen meeklimmen en: tot onbeperkte hoogte.
Legende
De menselijke piramidebouw en het kapotslaan van een kruik met yoghurt (curd) tijdens het Indiase feest Dahi Handi gaat terug op de legende dat de god Krishna in zijn jeugd yoghurt en kippen bij de buren stal.
Daarop zouden die hun zelfgemaakte curd aan het plafond hebben gehangen om de dief te slim af te zijn. Tevergeefs, want Krishna en zijn vrienden klommen op elkaars schouders om alsnog bij de Indiase yoghurt te kunnen komen.