Kerk & religie

Marcion geëxcommuniceerd; Kuitert mag blijven

De Bijbel is een menselijk boek. De Bijbel is foutloos. De gezelschapstheologie is een vorm van „toedoen aan de woorden der profetie dezes boeks.” Drie van de vijf stellingen die vrijdagavond, tijdens de winterconferentie voor studenten van de Gereformeerde Gemeenten, in Gouda, ter sprake kwamen.

Kerkredactie
9 January 2004 22:11Gewijzigd op 14 November 2020 00:52
SHARM AL-SHEIKH - Een Egyptische arbeider geeft bloemen en planten water die Franse nabestaanden in de Egyptische badplaats Sharm al-Sheikh hebben achtergelaten ter nagedachtenis aan hun familieleden en vrienden die omkwamen bij het vliegtuigongeluk van v
SHARM AL-SHEIKH - Een Egyptische arbeider geeft bloemen en planten water die Franse nabestaanden in de Egyptische badplaats Sharm al-Sheikh hebben achtergelaten ter nagedachtenis aan hun familieleden en vrienden die omkwamen bij het vliegtuigongeluk van v

Ds. J. B. Zippro, predikant te Scheveningen, leidde het conferentiethema, ”Schriftgezag en Schriftkritiek”, in. „Eeuwenlang”, zei hij, „heeft de Heilige Schrift absoluut gezag gehad in de kerk en in de wereld. Die tijd is voorbij.” In zijn lezing doorliep de predikant de geschiedenis vanaf de vorming en vaststelling van de canon in de Vroege Kerk, via Middeleeuwen en Reformatie, tot en met de achttiende, negentiende en twintigste eeuw.

„De vaststelling van de canon werd door drie factoren bevorderd en versneld. In de eerste plaats door de confrontatie met de gnostiek. Ten tweede door het optreden van Marcion in Rome, vóór het jaar 150. Deze hield er een eigen canon op na. We zouden kunnen zeggen dat hij de eerste schriftkritische theoloog was. Als we daar Kuitert tegenover stellen, komen sommige dingen precies overeen. Maar, Marcion werd geëxcommuniceerd; Kuitert kan gewoon zijn gang gaan. Ten slotte, in de derde plaats, door de opkomst van het montanisme.”

Een bekende vraag bij Calvijn is, zei ds. Zippro, of hij een wegbereider is geweest voor de historisch-kritische methode. Een probleemvoorbeeld is dan het verschil tussen Genesis 46:27 en Handelingen 7:14 en wat Calvijn daarover schrijft. We moeten deze gedachte echter ten stelligste verwerpen. Voor Calvijn was de Schrift historisch geheel juist. Sola Scriptura, maar ook: tota Scriptura. De Schrift vertolkt volgens hem de zin en mening van de Heilige Geest.”

De Nederlandse Geloofsbelijdenis geeft een uitgebreide visie op de Schriften weer, in artikel 3 tot en met 7. „Artikel 3 spreekt van een bijzondere zorg van God om het geopenbaarde Woord op Schrift te stellen. Heel belangrijk is ook artikel 5.”

Ook de kanttekenaren beschouwden de Bijbel heel duidelijk als goddelijk Boek, van kaft tot kaft. „Toch hebben zij hun ogen niet gesloten voor bepaalde concrete moeilijkheden in de tekst: Handelingen 7:14; Matthéüs 27:9. Ze wisten dat we de originele handschriften niet meer in handen hebben.”

De pentateuchkritiek, zoals wij die kennen, begon in de achttiende eeuw, zei ds. Zippro. „Het was de Franse arts Jean Astruc (1684-1766) die voor het eerst kwam met de theorie van de bronnensplitsing. Zijn ideeën werden later uitgewerkt door wetenschappers als K. H. Graf, Reuss en de Leidse hoogleraar A. Kuenen. Het is Julius Wellhausen geweest die een enorm stempel heeft gezet op het wetenschappelijk denken van de negentiende en twintigste eeuw. Men spreekt van de literair-kritische methode van de Wellhausen-school.”

Het antwoord op deze ontwikkelingen kon niet uitblijven. „Binnen de Gereformeerde Kerken zijn het vooral A. Kuyper en H. Bavinck geweest die leiding hebben gegeven aan een tegenbeweging. Ze ontwikkelden een visie op de inspiratie van de Schrift waarbij naast de goddelijke factor ten volle rekening moest worden gehouden met de menselijke factor. Deze visie werd bekend als de organische inspiratieleer. Hiermee verzetten zij zich tegen de mechanische schriftleer van de oude orthodoxie, die meende dat de schriftwoorden op bovennatuurlijke wijze waren gedicteerd. In deze visie zijn de bijbelschrijvers als machines, robotten geweest. Ook ds. G. H. Kersten wees deze mechanische inspiratie af en nam de organische inspiratieleer geheel over.”

Een kentering ontstaat in 1950, aldus ds. Zippro. „Aan de theologische universiteiten zien we steeds meer ontvankelijkheid voor de resultaten van het moderne bijbelonderzoek; met een steeds groter accent op de menselijke factor. In 1980 verschijnt het beruchte rapport van de Gereformeerde Kerken, ”God met ons”. Aan het einde van deze ontwikkeling staat prof. Kuitert, die ten slotte bij het volslagen atheïsme eindigt.”

Ook in evangelische kring nemen de kritische geluiden echter toe, signaleerde de predikant. Hij wees in dit verband op Ouweneel en Medema. En, binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken: dr. B. Loonstra. „Ook de bijdragen van Doedens en Trimp in de bundel ”Woord op Schrift” zijn opmerkelijk te noemen. Denk verder aan de predikantencontio van de Gereformeerde Bond in 2003, waar hartstochtelijk werd gediscussieerd over Jona, de vis en de slang.”

De schriftkritiek is naast de moderne media een van de grote oorzaken van het verval van de kerken en de ontkerstening van ons land, constateerde ds. Zippro. „Laten we vasthouden aan het gezag van de Bijbel. Als een klein kind. Zoals de Heere Jezus het zei: Worden als een kind. Laten we waken en bidden. In Scheveningen zeggen ze: Een schip op het strand is een baken in zee.”

De discussie leverde vragen op over uitdrukkingen uit het gezelschapsleven: „De weg van de Borg is de weg van de Kerk”, bijvoorbeeld. „U heeft zelf een wetenschappelijke opleiding gehad”, luidde een andere vraag. „Hoe gaat u om met schriftkritiek?”

Ds. Zippro vertelde hoezeer hij hier tijdens zijn studie theologie mee geworsteld had. „Veel steun heb ik toen gehad aan het boek van dr. M. J. Paul, ”Het archimedisch punt van de Pentateuch-kritiek”, maar ook van boeken als van Kitchen en Bimson. Voor het Nieuwe Testament heb ik veel gehad aan de boeken van dr. J. van Bruggen, ”Christus op aarde” bijvoorbeeld. Maar ik heb ook tijden gehad dat ik moest zeggen: Heere, houdt u me alstublieft vast. Dan voelde je de grond onder je voeten wegzinken.”

Maar sommige bijbelgedeelten hebben toch niet de intentie historisch waar te zijn, vroeg een andere student. „De literaire benadering van Genesis 1 en 2 noemt deze gedeelten een poëtische lofprijzing op Gods daden.”

Ds. Zippro keerde zich tegen die gedachte. „Waarom zegt de Heere dan Zelf in de Tien Geboden ”… want in zes dagen heeft de Heere de hemel en de aarde gemaakt?”

De vraagsteller: „Dus de hele Bijbel is historisch?”

Ds. Zippro: „Ja.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer