Het hymnarium, een liedboek met liturgische teksten, komt uit het adellijk benedictinessenklooster in de Utrechtse wijk Oudwijk.

Het liedboek is handgeschreven. Aan de binnenkant van de kaft staat dat het boek „behoorde aan de eerbare vrouwe Angela van Vronensteijn” en dat het werd geschreven „op kosten van de eerbare vrouwe Anna van Oestrom, kloosterzuster in Oudwijk.” Van Oestrum woonde in het benedictinessenklooster. Van Vronensteijn was non in een ander Utrechts klooster volgens het museum.

In 1131 werd in de wijk Oudwijk door Machteld, burggravin van Utrecht, voor een twintigtal dames van adellijke afkomst de St.-Stevensabdij gesticht. De abdij staat ook bekend als Abdij Altwijck. Het benedictinessenklooster werd na de Reformatie gesloten en in 1584 grotendeels afgebroken, waarna het een buitenplaats werd. Deze bestaat in gewijzigde vorm nog steeds, verscholen achter de Heilig Hartkerk.

Het manuscript is tot nu toe het enige bekende liturgische handschrift uit de abdij. Het Catharijneconvent kon het werk met een particuliere subsidie kopen.

Het hymnarium is vanaf dinsdag te zien in de Utrechtzaal van het museum.