Munten uit tijd Joodse opstand gevonden
JERUZALEM. Archeologen van de Israëlische Dienst voor Oudheden hebben munten gevonden die vlak voor de verwoesting van de Tweede Tempel geslagen zijn.
De dienst maakte dat maandag bekend. Gisteren was het Tisja Beav, de negende dag van de Joodse maand ”av”. Op deze dag herdenken Joden de verwoesting van de Eerste en de Tweede Tempel herdenken. De ontdekking werd enkele maanden geleden gedaan bij de aanleg van een nieuw gedeelte van de autoweg naar Tel Aviv. Daar vonden de archeologen de overblijfselen van een Joodse nederzetting uit het einde van de Tweede Tempelperiode (536 v.Chr. tot 70 n.Chr.). Daar vonden de archeologen een keramieken geldkist met daarin 114 munten die geslagen zijn in het ”jaar vier” van de eerste Joodse opstand tegen de Romeinen. Deze opstand, die in 66 na Christus begon, had tot gevolg dat de Romeinen de tempel verwoestten.
„Het was een zeer boeiende ontdekking”, vertelt de archeoloog van het district Judea, Pablo Betzer, in het laboratorium van de Dienst voor Oudheden in Jeruzalem. Betzer denkt dat het kistje enkele maanden voor de val van Jeruzalem werd verborgen. „Blijkbaar vreesde iemand dat het Romeinse leger op komst was. Hij verborg daarop zijn schat, mogelijk in de hoop hem op een later moment weer op te graven. Misschien was het geld bestemd om voedsel te kopen voor de soldaten van de rebellen.”
Op alle munten staat aan de ene kant een afbeelding van een kelk met de woorden ”voor de verlossing van Sion” en aan de andere zijde een ”loelav” –een dichte palmtak– en twee citrusvruchten met de woorden ”jaar vier”.