De politie heeft zaterdag een kaart van het doorzochte gebied vrijgegeven. Op die kaart, die ook met de nabestaanden is gedeeld, staan de plekken aangeduid waarop brokstukken zijn neergekomen, de gebieden die uitgekamd zijn door het repatriëringsteam en de gebieden die door de Oekraïense hulpverleners vlak na de crash zijn doorzocht.

Daaruit blijkt dat de forensisch experts en marechaussees een groot deel van het gebied nog niet hebben doorzocht. Eerder had de lokale bevolking al wel het gebied van 60 vierkante kilometer doorzocht. Dat is naar inschatting van Nederland en professioneler en zorgvuldiger gebeurd dan eerder werd aangenomen.

De experts is op meerdere plekken in het gebied van de crash de toegang geweigerd. Andere plekken waren te gevaarlijk om uit te kammen vanwege de gevechten in de omgeving. Ook waren sommige gebieden platgebrand.

Tijdens hun zoektocht stuitten de leden van de zoekteams op geopende bagage, waaruit door onbekenden dingen zijn meegenomen.

De forensische experts en marechaussees hebben in zes dagen twintig uur kunnen zoeken. Ze hebben hun focus vooral gelegd op de gebieden waar de lokale bevolking eerder niet of niet goed gezocht had. Op twee van de zes zoekdagen zijn nog menselijke resten gevonden, maar geen hele lichamen. In het gebied waar de lokale bevolking al had gezocht, zijn door de zoekteams later geen stoffelijke resten meer gevonden.

De mensen die ter plekke hebben gezocht, denken niet dat er een grote kans bestaat dat er nog grotere stoffelijke resten worden gevonden. Het ministerie van Veiligheid en Justitie benadrukt wel dat er ook na langere tijd nog DNA-sporen kunnen worden veiliggesteld.

Alle zoekdagen zijn wel persoonlijke spullen gevonden. Alleen de bezittingen die konden dienen voor identificatie en die van emotionele waarde zijn voor nabestaanden zijn meegenomen: knuffels bijvoorbeeld wel, maar tijdschriften niet.