Mbuma-zendingsdag in Urk: het verschil tussen de christen en de bijna-christen
URK. Op de veertiende zendingsdag van Mbuma in Urk stond ds. A. van Voorden zaterdag stil bij het ”bijna christen zijn” van koning Agrippa. „Denk aan de geschiedenissen van Orpa, Demas, Simon de tovenaar en de rijke jongeling. Het is zo nodig dat de bijna-christen wordt ontdekt.”
Behalve ds. Van Voorden spraken ook ds. A. Verschuure en ds. A. F. R. van de Veen.
In zijn meditatie over Handelingen 26 behandelde ds. Van Voorden het verschil tussen de bijna-christen en de ware christen. „Er staan hier twee heel verschillende mannen tegenover elkaar: een rijke koning tegenover een door de Heere Jezus Christus gezalfde. De Heere breekt Paulus’ mond open om de daden des Heeren te verkondigen. Koning Agrippa is vervuld met trots, tegenover die arme apostel der heidenen.”
Toch zijn er ook overeenkomsten tussen Paulus en Agrippa. „Ze zijn beiden mensen, gevallen in Adam, ze hebben beiden gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Dat is ook de overeenkomst met de mensen die hier vandaag in de kerk zitten en de heidenen in Zimbabwe. Dat maakt het wonder des te groter dat wij hier nog mogen horen en weten van het Evangelie. Voelt u daar iets van?”
Paulus kwam echter door genade tot bekering, terwijl Agrippa Gods roepstem uiteindelijk geen gehoor gaf. „Moeten wij dan allen die bekering van Paulus kennen? De Heere werkt op onderscheiden manieren, maar het hoofdkenmerk moet door ons allen gekend worden. Dat is gegrepen te zijn van de brede weg des verderfs.”
„Hoe kan Paulus zeggen: Ik wenste wel dat gij werd zoals ik ben, uitgenomen deze banden?” zo vraagt de predikant uit Opheusden. „Paulus wijst er hier op dat hij het heil in Christus heeft leren kennen, in een totale afsnijding van zijn eigen ik. De poten moeten onder mijn bekering worden weggezaagd om te worden zoals Paulus was.”
Ook ds. A. Verschuure sprak naar aanleiding van het boek Handelingen. Hij nam zijn tekst uit de geschiedenis van de kreupele bij de Schone Poort. De drie stukken van de Heidelbergse Catechismus ziet hij weerspiegeld in deze geschiedenis. „De kreupele zit daar bij de tempel. Dat is geen beste plek. Elke dag werd daar het offer op Golgotha ontkend en ontkracht. Er heerst daar een godsdienst van Schriftgeleerden en Farizeeën. Maar God stuurt in die ellende uit lankmoedigheid Zijn knechten. Zij mogen daar de boodschap van vrije genade verkondigen.”
Het is Gods soevereine welbehagen dat Petrus en Johannes door de Schone Poort gingen. „Er waren negen toegangspoorten tot de tempel, maar de Heere leidde hen langs deze weg. Zo is het ook soevereine genade dat heidenen in Zimbabwe wel horen van het Evangelie en de mensen in de buurlanden niet. Dat wij hier in de kerk zitten en mensen in Amsterdam vandaag wellicht iets anders doen. Het is vrije, soevereine genade om aan je kreupelheid ontdekt te worden. Dan leer je met de kreupele bedelen: O God, wees mij, zondaar, genadig!”
Petrus en Johannes kunnen de man niet helpen met zilver of goud. „Daar moeten wij ook aan ontdekt worden. Soms zeggen mensen tegen me: Ik had zo’n godvrezende oma. Maar al ons vertrouwen op andere mensen of ambtsdragers moet ons ontnomen worden. Alleen door de bediening vanuit de Christus is er leven. Alles daarbuiten is de dood. We moeten daar in de weg van afsnijding aan ontdekt worden. Sla dat stuk niet over, want het moet bevindelijk doorleefd worden.”
In de bekering van de kreupele worden zijn voeten weer vast, zo staat er in de Bijbeltekst. „In het Grieks staat het woord basis. Hij krijgt een Fundament, de uiterste Hoeksteen, Christus. Dat doet hem ook God loven, het kenmerk van de ware dankbaarheid. Hij leert het zeggen: Och, of nu al wat in mij is Hem prees. Hier draagt het volk van God altijd nog kreupelheid mee. Daarom wijzen deze verzen ten diepste op de hemel.”
In de middag ging ds. A. F. R. van de Veen uit Utrecht voor. De woorden van zijn tekst nam hij uit Psalm 87: „Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.” De psalm is opgedragen aan de kinderen van Korach. „Korach is levend ter helle gevaren omdat hij zich boven Mozes verhief. Wat een wonder van genade dat zijn kinderen Heman, Asaf en Ethan tot de psalmdichters behoorden. Zij hebben in de weg van de verootmoediging de Heere leren kennen.”
De heerlijkheid van de stad wordt ook beschreven in de profeet Jesaja en in Openbaring. „Die stad is gegrondvest op saffieren en heeft poorten van robijnen. Het is de plek waar toevlucht is voor een door onweder voortgedrevene, ongetrooste. Voor hen klinkt het: Sela! Rust! Denk er eens over na! De rampzaligheid zal een vreselijke plaats zijn waar het nooit meer kan. Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd met Zijn weldadigheen.”
Na een verhaal door meester Jelle Kaptijn besloot ds. T. Klok de middag. De opbrengst van de collecte was 13.000 euro. Het geld wordt besteed ten bate van het werk van de Mbuma-zending in Zimbabwe.
Zie ook:
Mbuma-dag in Urk: Zending bedrijven is een net uitwerpen – verslag zendingsdag 2013 (Reformatorisch Dagblad, 05-08-2013)
„De Allerhoogste regeert, ook in Syrië” – verslag zendingsdag 2012 (Reformatorisch Dagblad, 06-08-2012)
Aan overwinning gaat strijd vooraf – verslag zendingsdag 2011 (Reformatorisch Dagblad, 08-08-2011)
Komen tot de Wens aller heidenen – verslag zendingsdag 2010 (Reformatorisch Dagblad, 09-08-2010)