Het hoofd van de afdeling weg en waterbouw werd al in juli 2000 geschorst. In maart 2002 veroordeelde de rechtbank van Groningen hem tot achttien maanden cel wegens het jarenlang aannemen van smeergeld van een aannemersbedrijf.

De gemeente Veendam wilde de ambtenaar al langer van de loonlijst schrappen, maar besloot in eerste instantie de uitspraak van het hof in Leeuwarden af te wachten. Het hoger beroep, ingesteld door de advocaat van de ambtenaar, heeft nog niet gediend. Het college heeft besloten niet langer te wachten en is begonnen met de ontslagprocedure.

De ambtenaar kreeg sinds zijn schorsing 70 procent van zijn salaris uitbetaald. De gemeente wil onderzoeken of deze kosten, samen met vervangings- en advocatenkosten, te verhalen zijn op de man. Volgens de zegsvrouw gaat het om ongeveer 250.000 euro.

De fraude kwam in 2000 aan het licht toen een medewerker van het aannemersbedrijf een wethouder tipte over de omkooppraktijken. Volgens het bedrijf werd al tien jaar lang jaarlijks tussen de 20.000 en de 30.000 euro besteed aan de ambtenaar. Dat werd hem contant betaald, via een verbouwing aan zijn huis en door de aanleg van een paardenbak. Ook kocht A. luxe goederen waarvan de nota in zijn opdracht naar de aannemer ging.