Koude Oorlog in de Kaukasus
De opzet van Michail Saakasjvili is geslaagd. Eind november deed de Georgische politicus een eerste, voorzichtige greep naar de macht door president Eduard Sjevardnadze uit het zadel te lichten. Afgelopen zondag kreeg hij die macht echt in handen, nadat hij met een monsterachtige Sovjetscore was gekozen tot nieuwe president van Georgië.
Helemaal spontaan verliep de machtsovername niet. Vóór de ’rozenrevolutie’ van eind november had de ambitieuze Saakasjvili al zijn licht opgestoken in de Servische hoofdstad Belgrado. Daar wisten mensen die in 2000 de val van Slobodan Milosevic hadden bewerkstelligd, de Georgische jurist precies te vertellen hoe hij in Tbilisi hetzelfde kunststukje zou kunnen uithalen. Saakasjvili en zijn aanhang kregen een lesje in burgerlijke ongehoorzaamheid en demonstratietechnieken.
De Georgiërs zullen van deze wetenschap niet wakker liggen. Zij dansten na de verkiezingsuitslag in de straten en kusten uitbundig het portret van de president die nu al hun problemen gaat oplossen. Een dergelijk enthousiasme is de Georgiërs niet vreemd. In 1990 kreeg wijlen president Zviad Gamsachoerdia eenzelfde onthaal. Zijn optreden eindigde echter in een burgeroorlog en een onvrijwillig vertrek. En ook zijn opvolger Sjevardnadze kon aanvankelijk bogen op een grote populariteit.
Als Michail Saakasjvili niet dezelfde weg wil gaan als zijn voorgangers, zal hij snel met oplossingen moeten komen voor de immense problemen die het land teisteren. Een daarvan is de grootschalige corruptie. Sjevardnadze mag dan het veld hebben geruimd, de kliek waarop hij steunde, zit nog stevig in het zadel. Verder verkeert het land in een enorme economische crisis. De buitenlandse schuld bedraagt 1,75 miljard dollar en de armoede tiert welig.
Alsof deze problemen nog niet voldoende zijn, heeft de Kaukasusrepubliek nog eens te maken met territoriale desintegratie. Over grote delen van het land heeft het centrale gezag in Tbilisi niets meer te zeggen. De deelrepublieken Abchazië en Zuid-Ossetië hebben zich van Georgië afgescheiden en zijn de facto onderdeel van Rusland. In Adzjarië is de situatie weinig beter.
Saakasjvili heeft de afgelopen weken te kennen gegeven dat hij aan al deze problemen een einde wil maken. De kans dat hij daarin zal slagen, is niet groot. Dat heeft niet alleen te maken met zijn betrekkelijke onervarenheid als politicus. Evenmin met zijn nationalisme, waarmee hij ergernis oproept in de opstandige republieken en mogelijk een nieuwe gewapende strijd riskeert.
Saakasjvili’s kansen zijn gering omdat hij afhankelijk is van zowel Rusland als de VS, en beide landen in de Kaukasus tegengestelde belangen hebben. Moskou, onmisbaar bij de totstandkoming van een vreedzame oplossing voor de opstandige deelrepublieken, zal zich niet uit Georgië terugtrekken. Zeker niet zolang zich daar Amerikaanse troepen bevinden.
Washington piekert er op zijn beurt evenmin over om zich uit dit strategisch belangrijke gebied terug te trekken nu de strijd tegen het internationaal terrorisme nog volop gaande is. Bovendien heeft het veel belangstelling voor de olie uit de Kaspische Zee, die vanaf volgend jaar over Georgisch grondgebied richting het Westen zal stromen.
De missie van Saakasjvili lijkt daarom onhaalbaar. De mogelijke opbouw van Georgië wordt al in de kiem gesmoord door een politiek van eigenbelang van Rusland en de VS, die in de Kaukasus een nieuwe Koude Oorlog voeren. Voor de meeste Georgiërs zal de euforie van de rozenrevolutie daarom weer gauw plaatsmaken voor de rauwe werkelijkheid van het bestaan.