Lasten kerkgebouw wegen zwaar voor gemeente
Het is onterecht dat het geld voor beheer en onderhoud van een kerkgebouw alleen door een kerkelijke gemeenschap moet worden opgebracht, vindt mr. J. M. Chr. Klok, secretaris van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving. Hij pleitte gisteren, tijdens het begin van de jaarlijkse geldwervingsactie Kerkbalans in Utrecht, voor meer overheidssteun.
De hoge kosten voor het instandhouden van kerkgebouwen baren de commissie grote zorgen. Het betreft hier grotendeels cultuurhistorisch belangrijke gebouwen. De instandhouding daarvan komt vooral neer op de kerkelijke gemeenschap.
Dat is niet juist, meent Klok. „De gemeente wordt hiermee te zwaar belast. Zij kan dat niet alleen.” De secretaris vindt dat de overheid haar steentje moet bijdragen en de subsidie niet opnieuw moet verlagen. Er is een nieuwe wet in de maak, waarin het subsidiepercentage weer omlaaggaat. „We zijn begonnen met 90 procent; nu gaat het naar 65 procent.” Klok weet zich gesteund door bijna drievierde deel van de bevolking dat vindt dat de overheid moet garanderen dat er in elk dorp een kerkgebouw blijft waarin mensen kunnen samenkomen.
„Tot onze spijt zullen nog meer kerkgebouwen moeten worden afgestoten”, aldus Klok. „Dat is nodig voor de continuïteit van de activiteiten en voor de instandhouding van de overige gebouwen.” Verschillende kerkgenootschappen voeren al geruime tijd een actief beleid tot het vaker openstellen van de kerken, bijvoorbeeld voor gebed en bezinning of met een cultuurhistorisch doel. In overleg met de overheid en andere instanties is besloten tot een studie naar mogelijkheden om overbodige kerkgebouwen een andere bestemming te geven. Vooral de Rooms-Katholieke Kerk heeft het moeilijk met het beheer van gebouwen. In 2002 besloeg dat 41 procent van de uitgaven. Bij andere kerkgenootschappen zijn deze uitgaven lager. De verschillen worden veroorzaakt door andere eigendomsverhoudingen.
Het draagvlak voor de jaarlijkse interkerkelijke geldwervingsactie Kerkbalans wordt kleiner, concludeerde de voorzitter van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving, D. G. Bijl. In 2002 haalden de kerken desondanks 10 miljoen euro meer op dan in het jaar daarvoor.
De conclusie van Bijl berust op een dalend ledental (2,6 procent) en op de uitkomsten van een Kaski-onderzoek, waaruit blijkt dat jongeren zich niet graag binden aan een kerk. Gegevens van de SMRA, een organisatie waar gemeenten de administratie van kerkelijke bijdragen in geautomatiseerde vorm kunnen laten verzorgen, laten zien dat kerkleden tot 35 jaar het minste doneren. Mensen in de leeftijdscategorie van 55 tot 85 jaar trekken gul de portemonnee.
De jongere generatie krijgt veel aandacht in de campagne van Kerkbalans. In navolging van de Rooms-Katholieke Kerk gaat men een zogenaamde jongerenfolder verspreiden. De folder speelt op een eigentijdse manier in op de wensen van jongeren, die de kerk vooral belangrijk vinden voor de rituele omlijsting van belangrijke gebeurtenissen zoals huwelijk en begrafenis. „Stel, je wilt straks in de kerk trouwen, of het jongerenkoor wil een keyboard, dan moet er nog wel een kerk zijn”, staat in de folder te lezen.
Van de 1362 gemeenten die in 2003 aan de actie meededen, vulden er 650 een vragenformulier in. Daaruit blijkt dat de gemiddelde stijging van toezeggingen van deze gemeenten vorig jaar 1,45 procent bedroeg. Door de geringe respons van 48 procent kan de commissie hierop echter geen conclusies baseren.
De actie Kerkbalans is een geldwervingsactie van zeven kerkgenootschappen: de Rooms-Katholieke Kerk, de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland, de Oud-Katholieke Kerk, de Doopsgezinde Sociëteit, de Evangelisch-Lutherse Kerk en de Remonstrantse Broederschap. De Evangelische Broedergemeente is toegetreden als waarnemend lid. Zij is voornemens binnen twee jaar lid te worden. De gemeenteleden geven op vrijwillige basis voor hun eigen plaatselijke kerk.
De persconferentie werd bijgewoond door onder anderen de rooms-katholieke kardinaal Simonis, de hervormde synodepreses ds. A. W. van der Plas en de gereformeerde synodevoorzitter ds. J. G. Heetderks.
Ds. Van der Plas zei desgevraagd dat het verlies van gelden door een eventuele breuk met een aantal hervormde gemeenten geen onderwerp op de agenda is. „Gezien de grote bedragen die er in de kerk omgaan, stelt dat geld niet veel voor. Veel ingrijpender is bovendien dat wij hervormde gemeenten dreigen kwijt te raken. Die willen we vasthouden. De financiën van de kerk spelen daarin geen rol.”