„Amerika kan christenen Mosul helpen”
WASHINGTON. Of christenen uit Mosul in de regio kunnen blijven, hangt vooral af van de reactie van Amerika. Dat zegt Nina Shea, directeur van het Centrum voor Godsdienstvrijheid van het Hudson Instituut in Washington.
In een artikel dat woensdag is gepubliceerd op de website van The Christian Post noemt Shea de religieuze zuivering van de minderheden een ernstige misdaad tegen de mensheid en een humanitaire catastrofe. Of de christenen in staat zullen zijn in de regio te blijven ligt volgens haar aan de Amerikaanse respons.
Ook de Europese Commissie Rechtvaardigheid en Vrede, die christelijke organisaties uit verschillende Europese landen overkoepelt, heeft opgeroepen tot meer solidariteit met de verdreven Iraakse christenen. De commissie wil dat geloofsvervolging eindelijk wordt erkend als ernstige reden om asiel aan te vragen en te krijgen, aldus een bericht van het Belgische Kerknet gisteren.
De commissie benadrukt dat haar bezorgdheid niet enkel christenen raakt, maar ook andere religieuze minderheden, zoals sjiieten. Ze vraagt dat de wapenlevering aan IS-rebellen een halt wordt toegeroepen en dat de verschillende fracties in Irak tot nationale eenheid worden aangespoord. Ook moet hulpverlening aan vluchtelingen in omliggende landen gul worden ondersteund.
Mosul, het oude hart van het Iraakse christendom, viel op 10 juni in handen van de terreurgroep Islamitische Staat (IS). Twee week geleden verscheen de letter ”n” op de huizen van christenen. De letter staat voor ”Nazarener” oftewel christen. Ook werd de leus “Eigendom van de islamitische staat” op de huizen geklad. IS plaatste de enkele honderden christenen die een maand geleden nog in Mosul woonden voor de keus zich tot de islam te bekeren, een discriminerende belasting te betalen of het zwaard te ontmoeten. Daarop vluchtten de christenen weg. Volgens het Iraakse parlementslid Kannan zijn de laatste vijf christelijke families die te ziek waren om de stad te verlaten, overgegaan tot de islam „om in leven te blijven.”