Marinier zegt naar eer en geweten te hebben gehandeld
De Nederlandse marinier Erik O. die verdacht wordt van het doodschieten van een Iraakse plunderaar, zegt naar eer en geweten te hebben gehandeld. „Ik zou alles precies zo opnieuw doen", zegt de 43–jarige militair in een interview met De Telegraaf donderdag.
De sergeant–majoor werd enkele dagen na het incident, dat plaatsvond op 27 december, naar Nederland overgebracht en voor vijf dagen gevangen gezet in Soesterberg. Hij zegt verbijsterd te zijn over hoe hij werd afgevoerd. „Zo’n scenario komt zelfs in je ergste nachtmerrie niet voor. Met een busje werd ik naar Koeweit gebracht, begeleid door de marechaussee en in het KLM–vliegtuig naar Schiphol ’vierde’ ik de jaarwisseling."
In Nederland ontstond veel ophef over de zaak toen het Openbaar Ministerie verklaarde dat O. moord, doodslag of dood door schuld ten laste wordt gelegd. Er kwam veel kritiek op het OM van met name de Tweede Kamer over de wijze waarop de zaak is aangepakt. De rechter–commissaris zag afgelopen dinsdag geen reden om O. nog langer vast te houden.
De onderofficier zegt zich te kunnen vinden in een onderzoek van de Marechausse naar alle schietincidenten tijden uitzendingen van Nederlandse militairen. „Dat voorkomt wildwestoptredens. Maar ik kan met de hand op me hart stellen dat ik me altijd aan de regels heb gehouden. Je moet in het gebied in een fractie van een seconde een beslissing nemen", zegt hij. „Als je twijfelt kan dat levensgevaarlijk uitpakken."
Hij vindt het vooral onverteerbaar dat hij vijf dagen in de cel heeft gezeten. „Dit heeft mij als mens beschadigd, ik voel me vernederd, ben verbitterd. Het liefst zou ik vandaag nog terugkeren naar mijn eenheid in de woestijn."