Kabinet wil nationale herdenking van ramp
DEN HAAG. Op enig moment zal er een nationale herdenking komen ter nagedachtenis van de bijna 200 Nederlanders die op 17 juli omkwamen tijdens de vliegramp in Oost-Oekraïne.
Dat kondigde minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dinsdag aan tijdens een commissievergadering in de Tweede Kamer over de nasleep van de ramp. Meer mededelingen over de herdenking kon de minister nog niet doen, omdat er nog geen nadere gegevens bekend zijn. Vorige week woensdag was er op initiatief van de regering een dag van nationale rouw.
Minister Opstelten waarschuwde tijdens het debat juristen die zijn gespecialiseerd in letselschade, zich niet op te dringen bij nabestaanden van de slacht- offers. Bij vergelijkbare rampen in het buitenland is gebleken dat opdringerige advocaten uit diverse landen nabestaanden benaderen met de vraag of ze hen bij kunnen staan. Vaak doen ze beloften over hoge schadevergoedingen. De minister en de Tweede Kamerfracties spraken dinsdag hun afkeuring uit over dit gedrag.
Het aantal Nederlandse slachtoffers van de ramp met vlucht MH17 is met één naar boven bijgesteld en ligt nu op 195. Een meisje van 2 jaar bleek een dubbele nationaliteit te hebben. Ze reisde op een Indonesisch paspoort, maar bleek daarnaast ook de Nederlandse nationaliteit te bezitten, zo deelde minister Timmermans van Buitenlandse Zaken mee tijdens het overleg. In totaal kwamen er 298 mensen om het leven.
Timmermans raakte aan het einde van zijn betoog even geëmotioneerd toen hij sprak over de inzet van alle mensen die hielpen bij de terugkeer van de slachtoffers. „Er zijn zeer terecht zeer waarderende woorden gesproken door de leden van de Kamer over alle mensen die hier rechtstreeks een heel moeilijke klus hebben te verrichten. En dan hebben we het over de mensen hier in Den Haag, de mensen in Eindhoven, in Hilversum. De mensen in Kiev, de mensen in Donetsk, de mensen in Charkov.
Ik heb ze allemaal mogen ontmoeten de afgelopen tijd en weet u, wat zijn we een ongelofelijk goed land”, zo besloot de minister met een gebroken stem.
De Tweede Kamer steunt het kabinetsbesluit van afgelopen zondag om niet te gaan werken aan de inzet van een militaire missie om het rampgebied veilig te stellen om de laatste slachtoffers en de bezittingen van de slachtoffers te repatriëren. Het kabinet vindt de risico’s van een dergelijke missie te groot en het duurt bovendien te lang om goedkeuring voor zo’n missie te krijgen.
Vrijwel alle fracties hebben begrip voor het kabinetsbesluit. Alleen Bontes van Voor Nederland (ex-PVV) vindt dat het kabinet allang commando’s en andere zwaar getrainde militairen naar het rampgebied had moeten sturen.
De Kamerleden maken zich zorgen over de veiligheid van de Nederlandse marechaussees en politiemensen die op de plaats van de ramp aan de slag gaan. Tot nu toe kunnen ze daar niet komen, omdat separatisten en het Oekraïense regeringsleger rondom de ramplocatie met elkaar in gevecht zijn. Het gebied is in handen van de separatisten, maar Oekraïne wil het heroveren.
De Kamer eiste dinsdag dat Oekraïne ervoor zorgt dat de gevechten op en rond de rampplek stoppen. Dan kunnen forensisch experts en marechaussees de resterende lichamen van slachtoffers bergen.
De fracties wezen op toezeggingen van Oekraïne aan Nederland over een staakt-het-vuren in het gebied. Minister Timmermans zei dat hij niet de indruk heeft dat Oekraïne de Nederlandse aanwezigheid in het land misbruikt om militair voordeel te behalen.
Minister Hennis van Defensie zei tijdens het debat dat Nederlandse marechaussees en politiemensen niet zomaar handvuurwapens gaan dragen in Oekraïne. Behalve de Oekraïense autoriteiten moeten ook de pro-Russische separatisten ermee akkoord gaan. Daarover bestaat nog geen helderheid.