Maatschappijen bepalen route doorgaans zelf
APELDOORN. Het neerhalen van vlucht MH 17 van Malaysia Airlines in het oosten van Oekraïne roept de vraag op welke routes passagiersvliegtuigen wel en niet kunnen nemen en wie daarover gaat.
In de meeste gevallen beslissen luchtvaartmaatschappijen zelf over welke gebieden er wordt gevlogen, aldus de Britse omroep BBC. Als er officieel no-flyzones zijn afgekondigd moeten maatschappijen zich daar aan houden.
In het gebied waar de Boeing 777 van Malaysia Airlines werd neergeschoten was een no-flyzone van kracht. Tot een hoogte van 32.000 voet (9754 meter) mocht er niet over de bewuste regio worden gevlogen. Het ramptoestel vloog echter op 33.000 voet (10.058 meter) en bevond zich daardoor buiten de no-flyzone op het moment dat het vliegtuig werd geraakt.
Er zijn echter ook luchtvaartmaatschappijen die het oosten van Oekraïne uit voorzorg helemaal mijden. British Airways maakt al een tijdje een omweg. Sinds de annexatie van de Krim mogen Amerikaanse burgertoestellen niet meer over het schiereiland en omliggende gebieden vliegen.
Dat laatste besluit werd in april van dit jaar genomen door de Amerikaanse Federal Aviation Administration. Evenzo moeten andere luchtvaartmaatschappijen aanwijzingen van hun nationale luchtvaartautoriteiten opvolgen over het vermijden van potentieel gevaarlijke routes.
Overigens bleven veel luchtvaartmaatschappijen vorige week gewoon over het oosten van Oekraïne vliegen: Aeroflot (86 vluchten), Singapore Airlines (75), Ukraine International Airlines (62), Lufthansa (56). „De kans dat een raket boven de 32.000 voet komt, werd zeer klein geacht”, aldus Sylvia Spruck Wrigley, auteur van het boek ”Waarom vliegtuigen crashen”.
Volgens de Britse luchtvaartautoriteit CAA hangt het besluit van een luchtvaartmaatschappij over de te volgen route van diverse factoren af: adviezen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het weer, navigatiehulpmiddelen, geweld en vliegvelden die wel of niet in gebruik zijn. Normaal gesproken kiezen maatschappijen voor de kortste route, want omwegen kosten extra brandstof en leveren doorgaans vertraging voor passagiers op.
Dat brengt met zich mee dat veel luchtvaartmaatschappijen veelal gewoon over conflictgebieden vliegen, aldus Mikal Robertsson, medeoprichter van het vliegtuigvolgsysteem Flight Radar24. Een uitzondering vormt het luchtruim van Syrië, waar momenteel geen enkel passagiersvliegtuig zich waagt.
Luchtvaartmaatschappijen geven doorgaans weinig informatie over hun geplande routes prijs.