Voorarrest marinier Irak niet verlengd
De rechter–commissaris in Arnhem heeft dinsdag de vrijlating bevolen van de 43–jarige militair die ervan wordt verdacht een Irakese man te hebben doodgeschoten. Volgens de rechter–commissaris is er onvoldoende concreet bewijs voor de stelling dat de militair de Irakees bewust en met opzet heeft gedood. Dat zei de advocaat van de betrokken sergeant–majoor, G.J. Knoops, na afloop van de voorgeleiding aan de rechter–commissaris.
Het Openbaar Ministerie (OM) en de Koninlijke Marechaussee doen onderzoek naar het incident, dat zich voordeed nabij As Samawah in het zuiden van Irak. Nederlandse mariniers moesten daar op zaterdag 27 december een groep Iraakse plunderaars uiteenjagen.
De 43–jarige marinier maakte deel uit van de Quick Reaction Force van het Nederlandse mariniersbataljon, onderdeel van de stabilisatiemacht SFIR in Irak. De Nederlanders gingen op de bewuste dag af op een melding van een plundering van een container die van een vrachtwagen was gevallen op de doorgaande route tussen de plaatsen Al Khidr en As Samawah.
Bij het verjagen van de plunderaars zijn waarschuwingsschoten gelost. Het Irakese slachtoffer werd daarbij doddelijk getroffen door een Nederlandse kogel.
Volgens het OM is er een „redelijk vermoeden van schuld" jegens de marinier. Hij zou zich maximaal schuldig kunnen hebben gemaakt aan moord en minimaal aan dood door schuld.
Volgens Knoops is zijn cliënt „zeer opgelucht en blij" over de beslissing van de rechter–commissaris. De man blijft niettemin verdachte en het OM kan het onderzoek naar de ware toedracht van de zaak doorzetten.
Knoops zegt dat er inmiddels ontlastende verklaringen zijn van zowel collega’s van de marinier als van Irakezen. Daaruit zou onder meer moeten blijken dat er niet gericht en met dodelijke opzet is geschoten.