De schuld van de eurolanden bedroeg aan het einde van het eerste kwartaal 93,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp), tegen 92,7 procent aan het einde van de voorgaande periode. De schuld van de landen van de eurozone komt daarmee overeen met een bedrag van ruim 9000 miljard euro, aldus Eurostat.

Volgens het statistiekbureau had Griekenland in het afgelopen kwartaal de hoogste staatsschuld in de Europese Unie met 174,1 procent van het bbp. Italië volgde met een schuld van 135,6 procent. Over Nederland had Eurostat geen cijfers te melden.

Voor de gehele EU werd een schuld gemeten van 88 procent van het bbp, tegen 87,2 procent aan het einde van het vierde kwartaal van 2013.

De laagste staatsschuld in de EU komt voor rekening van Estland met 10 procent van het bbp, gevolgd door Bulgarije met ruim 20 procent en Luxemburg met bijna 23 procent.

De Europese begrotingsregels schrijven voor dat de schuld van een euroland niet hoger mag zijn dan 60 procent van het bbp.