Van der Staaij vraagt de minister of hij kennisgenomen heeft van de doodsbedreigingen die de islamitische beweging ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië) heeft laten uitgaan naar de christenen in Mosul. Tientallen christelijke families sloegen vrijdag op de vlucht uit deze op een na grootste stad van Irak, die in juni werd veroverd door ISIS. De beweging had de christenen een ultimatum tot zaterdag gesteld: zij moesten zich of tot de islam bekeren of een contract tekenen waarbij zij de helft van hun inkomen afstaan; anders werden zij gedood. Inmiddels lijken echt zo ongeveer alle christenen de stad te hebben verlaten, zo meldde The New York Times zaterdag.

Trends

„Welke trends ziet u hier en hoe beoordeelt u deze?” wil Van der Staaij van de minister weten. Het Kamerlid vraagt hem verder op welke wijze „buitengewoon kwetsbare groepen (zoals christenen) worden beschermd tegen deze extreme bedreigingen en wat er op dit terrein wordt ondernomen.” Ook vraagt hij naar de rol die de internationale gemeenschap hierin kan spelen. „Is het denkbaar in deze regio een veilige vluchthaven te creëren voor dergelijke kwetsbare minderheden waarbij de internationale gemeenschap de veiligheid in deze enclave zoveel mogelijk garandeert? Hoe zou dit gestalte kunnen krijgen?”

De SGP’er vraagt de minister ten slotte of hij bereid is de situatie rond ISIS, „die als terroristische organisatie is aangemerkt en nu effectief een gebied bestuurt met miljoenen mensen en terreur uitoefent jegens religieuze minderheden, op de agenda van de komende algemene raad van de VN te plaatsen.”

N = Nasara = christen

Donderdag berichtte het Duitse Genootschap voor Bedreigde Volkeren (GFBV) al dat haar „alarmerende berichten” uit Irak bereikten. Islamitische extremisten van de ISIS hadden woningen en stukken grond van christenen en sji’ieten in de overwegend door soennitische Arabieren bewoonde stad Mosul met bepaalde tekenen gemarkeerd, aldus de GFBV. „Enkele christenen uit Mosul berichtten onze medewerkers in Iraaks Koerdistan dat veel christelijk onroerend goed was gemarkeerd met de Arabische letter ”N”. Deze staat voor „Nasara”, wat „christen” betekent. Op andere huizen en winkels verscheen een ”R”, van „Rafidha”: afwijzenden. Daarmee bedoelt de ISIS islamitische sji’ieten. Vele leden van deze gemeenschappen leven momenteel in grote angst voor doelgerichte aanvallen door islamisten.”