Passagiers op Schiphol: het is nauwelijks te geloven
SCHIPHOL. Ontsteltenis op Schiphol. Bij de vliegramp boven Oekraïne donderdag vielen voor zover bekend 173 Nederlandse slachtoffers. „Ik ben nog steeds in shock.”
Schiphol, donderdagavond rond acht uur. Mensen van de marechaussee houden de wacht bij een trappencomplex. Rood-witte linten. Groepjes nabestaanden van slachtoffers van de vliegramp worden naar een speciale ruimte geleid. De massaal toegestroomde pers wordt op afstand gehouden.
„Ik ben nog steeds in shock”, zegt een 66-jarige vrouw. Een collega van haar 28-jarige dochter zat in het ramptoestel van Malaysia Airlines, een Boeing 777. „Ik heb die collega zondag nog gezien. Ik kan het niet bevatten. Mijn dochter was samen met die collega in Nederland voor een studieweek. De twee werken in het onderwijs in Perth, in Australië.” De dochter heeft gebeld met de moeder van haar omgekomen collega. „Die vrouw was sprakeloos.”
Vanavond zwaaiden de 66-jarige vrouw en haar man hun dochter uit op Schiphol. Ze vertrekt richting Australië. „De man van mijn dochter heeft nog tegen haar gezegd: Wil je nog gaan?”
De vliegramp „is echt heftig”, zegt Alexandra Oosterhuis (26) uit Purmerend. Samen met haar man is ze net teruggekomen van een vakantie in Italië. Ze is extra blij dat ze veilig is geland. „Verschrikkelijk wat er is gebeurd. Onschuldige mensen zijn het doelwit.”
De 29-jarige Surinaamse Amsterdammer Jason Emanuelson –spijkerbroek, groen T-shirt– is „uit medeleven met de nabestaanden” naar Schiphol gekomen. „Heel erg wat er is gebeurd, zeker als je denkt aan de manier waarop het vliegtuig waarschijnlijk is verongelukt.” Hij moet aan zijn 7-jarige dochtertje Joyah denken. „De kleine is op vakantie met haar oma naar Suriname. Ze gaat binnenkort terug naar Nederland. Tien uur vliegen. Je vraagt je af of het veilig is in de lucht.”
Zelf vliegt Emanuelson meer dan eens. „Als dit soort dingen vaker gebeurt, zet dat je aan het denken. Moet je nog de lucht in?”
Een gehaaste 56-jarige vrouw uit Utrecht brengt haar dochter weg. Die vliegt naar Barcelona. „Zelf haat ik vliegen. Het nieuws over de ramp maakt me niet geruster.”
Tamar Huygen uit Leiden staat op het punt om naar IJsland te vliegen, samen met drie andere jonge mensen. Ze noemt het „heel erg” wat er is gebeurd. „Dit moet uitgezocht worden.” Mogelijk is de Boeing 777 door een raket neergehaald. Tamar: „De strijdende partijen in Oekraïne wijzen naar elkaar.” Haar reisgenote Roos Smit uit Amsterdam zegt niet bang te zijn om het vliegtuig te pakken. „De kans dat ik hier in het verkeer in Amsterdam omkom, is groter dan dat ik met een vliegtuig verongeluk.” Tamar: „En in IJsland hebben ze niet eens een leger.”
Rond 22.00 uur stroomt een zaaltje op Schiphol vol met mensen van de pers. Er staan zeker twintig camera’s. Een ontsteld gesis klinkt als Huib Gorter, Europees manager bij Malaysia Airlines, feiten bekendmaakt. Volgens de eerste gegevens zijn zeker 154 Nederlanders omgekomen, 27 Australiërs, 23 Maleisiërs, 11 Indonesiërs, 6 Engelsen, 4 Duitsers, 4 Belgen, 3 Filipijnen en één Canadees. Gorter betuigt zijn medeleven met de nabestaanden. „Er wordt gezorgd voor noodzakelijke zorg.” Volgens Gorter was het verantwoord om boven Oekraïne te vliegen. Jos Nijhuis, bestuursvoorzitter van Schiphol, is „zeer geschokt.” „Het nieuws is nauwelijks te geloven.” Nabestaanden krijgen „geestelijke ondersteuning.”
Ton van de Laar (57) uit Gouda wacht op familie die terugkeert uit Rome. Het verbaast hem „enorm” dat er burgerluchtvaart boven Oekraïne mogelijk was. „Daar is oorlog.” Hij noemt het frappant dat een toestel van Malaysia Airlines voor de tweede keer in korte tijd betrokken is bij een ramp. In maart verdween een toestel tussen Kuala Lumpur en Peking. Van de Laar is „niet echt bezorgd” om te gaan vliegen. „De Boeing 777 is een van de veiligste vliegtuigen.”
Ellen van den Heuvel (52) en haar man en dochter uit Zierikzee zijn net terug uit Turkije. Ze weten sinds enkele minuten het nieuws over de ramp. „Afschuwelijk. Als je 10 kilometer naar beneden stort, sterf je een vreselijke dood.”