Eind goed
O geliefden, laat geen dag, geen uur, ja, geen ogenblik voorbijgaan en laat geen slaperige traagheid uw ogen bevangen. Denk veel aan de woorden van Christus tot Zijn discipelen: „Zalig is de dienstknecht dewelke de heer als hij komt, zal wakende vinden.” Dus zal die dag, kind des Heeren, voor u een dag van zegepraal en gejuich zijn.Wat zal uw ziel met vreugde overstelpt worden wanneer u Hem, naar Wiens toekomst u zo vaak gezucht hebt, op de wolken des hemels ziet komen. Springt de bruid niet van vreugde op wanneer haar bruidegom onverwacht terugkomt uit een ver land? O, wat een vreugde heeft een pelgrim wanneer hij na een moeilijke reis onverwacht in zijn vaderland komt.
Hoe kan het ook anders, geliefden, of uw hart moet van vreugde opspringen wanneer u de eerstgeboren Broeder zult zien komen om u te leiden in uws Vaders huis. Daar heeft Hij een plaats voor u toebereid en daar zult u Zijn liefde eeuwig genieten. Het kan niet anders of alle moeite, gevaar en ellende die u op reis naar de eeuwigheid heeft uitgestaan, zal, zodra u de grens van het hemelse vaderland door de dood zult komen te zien, spoedig verdwijnen.
Beschouwt de wereld u als ellendige en dwaze mensen, die alle vreugde van de wereld verachten? Laat u desondanks niet van die smalle weg afleiden. Bedenk dat u, wanneer die grote dag komt, uw hoofd met vreugde zult opheffen.
W. E. Ewald, predikant te Altona (Voorboden der eeuwigheid, 1736)