Verdachten moord Maja voor rechter
De twee 18-jarige verdachten van de moord op de Nijmeegse vwo-scholiere Maja Bradaric moeten 20 februari voor de rechtbank in Arnhem verschijnen. Dat heeft een woordvoerder van het openbaar ministerie in Arnhem gisteren gezegd.
Het Pieter Baan Centrum in Utrecht is bezig met een persoonlijkheidsonderzoek op Goran M. en Ferdi O., die beiden hebben bekend dat ze Maja Bradaric hebben gewurgd en daarna in brand gestoken. Omdat nog niet duidelijk is hoeveel tijd die onderzoeken gaan vergen, is het waarschijnlijk dat de rechtbank de zaak tegen de meerderjarige verdachten in februari niet inhoudelijk behandelt.
De kinderrechter in Arnhem behandelt op een nog onbekende datum de zaken tegen de twee minderjarige verdachten in de zaak. De 16-jarige Goran P., die in de auto zat toen de 18-jarigen de scholiere ombrachten, moet een persoonlijkheidsonderzoek ondergaan. Dat gebeurt in de justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker in Vught, waar Goran P. verblijft. Twee psychiaters van de zogeheten vroeghulp hebben volgens Gorans raadsman D. Moszkowicz eerder vastgesteld dat de Bosnische jongen een oorlogstrauma heeft en daarom niets kon doen om het Nijmeegse meisje te helpen.
De officier van justitie zal volgens de woordvoerder van het OM voor 20 februari een beslissing nemen over vervolging van de 15-jarige Nina K. uit Nijmegen, hartsvriendin van Maja Bradaric. Het OM beschouwt het meisje, dat sinds 6 december op vrije voeten is, als verdachte omdat haar vriendje Goran M. haar zou hebben verteld over zijn moordplannen. Nina K. en Maja Bradaric namen die dreigementen echter niet serieus, omdat Goran M. wel vaker zulke dingen zei, aldus C. Hermesdorf, de raadsvrouw van Nina K.