Op 30 juli uitspraak Van der G.
DEN HAAG (ANP). Volkert van der G. wordt nu extra gestraft door de voorwaarden die hem zijn opgelegd voor zijn voorwaardelijke vrijlating. Dat is onrechtmatig en dat een van de redenen waarom ze moeten verdwijnen. Dat zei advocaat Stijn Franken maandag tijdens een kort geding bij de rechtbank in Den Haag. Daarin eiste zijn client, de moordenaar van Pim Fortuyn, om die voorwaarden te schorsen. De rechter doet 30 juli uitspraak.
Van der G. moet zich vanwege zijn voorwaardelijk vrijlating wekelijks melden bij de reclassering. Het is hem verboden om zich tijdens de periode van voorwaardelijke invrijheidstelling binnen de gemeenten Rotterdam, Hilversum, Den Haag en de woonplaats van nabestaanden en slachtoffer te bevinden. Dit geldt zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt. Hij staat ook onder elektronisch toezicht.
Verder mag Van der G. geen contact opnemen met de nabestaanden van Fortuyn. Hij mag ook geen contact hebben met de media zo lang de reclassering dat nodig vindt. De moordenaar van Fortuyn wordt nu ook verplicht psychisch begeleid.
Franken stelde dat voorwaarden alleen gesteld kunnen worden als er het risico bestaat dat Van der G. opnieuw in de fout gaat. Dat risico is zeer klein, blijkt volgens hem uit onderzoek.
Landsadvocate Cecile Bitter reageerde dat Van der G. zelf met de nu omstreden voorwaarden heeft ingestemd. Ook klopt de stelling niet dat extra voorwaarden alleen mogelijk zijn bij de kans op herhaling. „Het gaat in deze zaak om een gecontroleerde geleidelijke terugkeer in de maatschappij”, legde ze uit.
Toch is het in haar ogen ook niet zo dat er helemaal geen risico bestaat. „Het is de vraag hoe Van der G. zal reageren op dreigingen tegen hem”, zei Bitter. „Hij heeft zich in het verleden al eerder gewapend tegen dreiging. We hebben onvoldoende inzicht in zijn reactie nu, als hij weer met dreiging te maken zou krijgen.” Van der G. heeft tot nu toe nog nauwelijks inzicht over zichzelf gegeven, constateerde ze.
Tot slot benadrukte de advocaat van de overheid dat er iedere 3 maanden wordt geëvalueerd of voorwaarden nog van kracht moeten blijven. Van der G. heeft de eerste evaluatie niet eens afgewacht, stelt Bitter vast