Hervormde gemeente van Monster start project voor doe-jongeren
MONSTER. De hervormde gemeente van Monster is een initiatief gestart om doe-jongeren te trekken. Elke vrijdagavond is ’t Schuurtje geopend voor klussen en ontspanning. „Hier voel ik me thuis en kan ik met iedereen praten.”
Het hek van het plein achter de hervormde kerk van Monster staat open. Voor de massieve 45 meter hoge toren vermaken zich zo’n twintig jongeren. Sommigen zijn aan het voetballen, terwijl anderen aan het meubels maken zijn. In ’t Schuurtje zit de rest met een muziekje rond de bar. De eerste doe-club presenteert zich.
Het is mooi weer op deze vrijdagavond. De steigerplanken en de daarvan gemaakte meubels liggen en staan buiten. Een groepje overlegt hoe ze het zullen aanpakken, andere jongeren zijn bezig met zagen, schuren en boren.
Een van hen is Mathijn (18), die bezig is met het schuren van een houten barkruk. Hij is hier iedere vrijdag te vinden, vertelt hij. „Ik kom hier graag, ontmoet bekenden en onbekenden. Er hoeft niets. Dit werk vind ik leuk om te doen, omdat je direct resultaat ziet. Kijk, dit stukje moet nog iets gladder.”
Zijn broer Marien, die in een Ajaxshirt aan het voetballen was, komt er even bij staan, evenals Kimberly, die hier ook elke vrijdag te vinden is. Het rooms-katholieke meisje is hier terechtgekomen door een vriendin. „Bij ons in de kerk is bijna geen jeugd. Hier voel ik me thuis en ik praat met iedereen. Ik heb twee linkerhanden, dus ik doe niet mee met het werk, maar dat maakt niet uit.”
Timmerman Henry houdt zich ook met de organisatie bezig. Hij zorgt voor het aanleveren van het hout en zo nodig neemt hij een product mee naar de zaak voor de afwerking. Hij heeft het interieur van ’t Schuurtje, inclusief de bar, betimmerd. Diepgaande gesprekken heeft hij nog niet gehad, „maar dat komt nog wel”, zegt hij.
Tijd voor een gesprek met de leiders, buiten op het plein. Het wordt af en toe onderbroken door een luid ronkende zaag en een keer door een bal die precies op het hoofd van jeugdouderling Hessel Post landt. „Goed gemikt,” roept hij, waarna hij even een balletje meetrapt.
Het idee voor deze doe-club, die in januari is gestart, is afkomstig van de HGJB, die het opdeed in Indonesië, zegt jeugdwerkadviseur Rick van Elk. „De aandacht van veel kerkelijk jeugdwerk is gericht op het gesprek naar aanleiding van een Bijbelstudie. Dat is heel goed maar er zijn ook jongeren die het al snel te moeilijk vinden en afhaken. Zij komen op andere manieren tot gesprek over het geloof. Daarom hebben wij dit idee met Monster ontwikkeld.”
Jongelui kunnen op een ontspannen manier met elkaar omgaan, terwijl intussen de onderlinge band kan groeien en er ruimte ontstaat voor goede gesprekken, aldus Van Elk. De hervormde gemeente van Monster is de eerste. „We hopen dat andere gemeenten volgen en zijn bereid om hen met raad en daad bij te staan.”
Post: „Er was hier een schuur waar eigenlijk niks mee gedaan werd. We zouden best ruimte bij een tuinder kunnen gebruiken, maar dan wordt de setting toch anders en is er minder verbinding met de kerk. Het gebeurt regelmatig dat er hier contact is met jongeren van een andere club uit de kerk.”
De ouderling zegt dat je hier het Evangelie kunt voorleven en laten zien. „We maken dingen voor anderen. Door het samenwerken ontstaat en groeit het vertrouwen, waardoor er mooie spontane gesprekken kunnen opbloeien. Ik heb van een aantal jongeren gehoord dat het ook gebeurt. De ontmoeting tussen jongeren en ouderen, die identificatiefiguren kunnen zijn, is ook belangrijk.
Vrijwilliger Jan Boers, die even tijd heeft voordat hij weer gaat helpen, zegt een echte doener te zijn. „Vroeger ging ik wel naar de club, maar niet echt met plezier. Wat is het jammer dat toen zoiets niet bestond. Dit is echt iets voor doeners. Ze kunnen werken, aan de bar zitten of voetballen, net wat ze willen. De sfeer is ongedwongen. Iedereen mag komen, vroeg of laat, of ze bij de kerk horen of niet. En als ze meer willen leren, kunnen ze naar de club.”
Het is moeilijk om met initiatiefnemer Gertjan van den Ende aan de praat te komen, niet omdat hij niets wil zeggen, maar omdat hij de hele avond bezig is met de jongeren.
De voormalige jeugddiaken zegt bij het vertrek: „Het is belangrijk dat jongeren een thuisgevoel krijgen. Waar kun je dan beter zijn dan hier onder de toren? Ik hoop dat andere gemeenten hun jongeren ook zoiets moois gaan aanbieden.”