Dat heeft de SHO zondag bekendgemaakt. Van het bedrag wordt 2 jaar hulp geboden in het land. Na een eerste periode van noodhulp ligt de focus bij de hulporganisaties nu op wederopbouw. „Er worden huizen gebouwd, vissers krijgen nieuwe boten en kinderen gaan weer naar school. Hiermee willen we weer toekomstperspectief bieden aan honderdduizenden mensen”, aldus de SHO.

Bij de wederopbouw wordt rekening gehouden met de extreme weersomstandigheden waarmee de Filipijnen regelmatig te maken krijgen. Huizen krijgen verstevigde bevestigingsmaterialen en nieuwe schoolgebouwen kunnen dienst doen als evacuatiecentrum. Actievoorzitter Henri van Eeghen noemt de veerkracht bij de mensen opvallend: „Dat zijn belangrijke aanjagers van wederopbouw. De bewoners nemen volop deel aan het wederopbouwproces, zodat de hulp nauw kan aansluiten bij hun noden.”

De SHO constateert dat er bij bewoners veel zorgen zijn om het vinden van werk en dus inkomen. Omdat de kokossector totaal is verwoest, hebben miljoenen mensen geen inkomen meer. Hulporganisaties bieden zogeheten cash-for-workprojecten aan. Ook zorgen ze voor vakopleidingen zodat mensen zich kunnen omscholen. Daarnaast wordt er financiële steun gegeven of leningen verstrekt aan kleine ondernemers om weer opnieuw te starten.

„Een vertragende factor in de hulpverlening is de onduidelijkheid over eigendomsrechten van land. Ook is niet helder wat het overheidsbeleid is over herbouw langs de kuststroken, waar veel vissers wonen. Daarnaast noemen hulporganisaties de schaal van het rampgebied (ongeveer even groot als Portugal) een uitdaging, omdat het hierdoor lastig is hulp op te schalen. Het is niet voor alle organisaties evengoed mogelijk ook mensen in minder toegankelijke gebieden te bereiken”, aldus de SHO.