Serie over bijbelse graven: Grot van de patriarchen
Dit is het eerste deel in een negendelige serie over –al dan niet authentieke– graven van personen uit de Bijbel.
Persoon
Dit is de plaats waar volgens de Joodse overlevering niet alleen de aartsvaders en hun vrouwen zijn begraven, maar ook Adam en Eva. Adam zou de plek gekozen hebben omdat de grot grensde aan de toegangsweg naar de Hof van Eden.
Plaats
„Daarna begroef Abraham zijn huisvrouw Sara in de spelonk des akkers van Machpéla, tegenover Mamre, hetwelk is Hebron, in het land Kanaän” (Gen. 23:19). In dit hoofdstuk van Genesis wordt de eerste Joodse aankoop van een stuk land beschreven: Abraham kocht voor 400 zilveren sikkelen een akker van Efron, de zoon van Zohar. De spelonk van Machpela werd het familiegraf voor de aartsvaders en hun vrouwen. Het graf ligt in het centrum van Hebron. Volgens de overlevering is dit ook de plaats waar Adam en Eva terechtkwamen, nadat ze uit de Hof van Eden waren verbannen.
Oorsprong
In 1119 werden de grotten herontdekt door monnik Arnold. In de vloer van een ruimte achter een verborgen doorgang vond hij beenderen waarvan hij aannam dat ze van de patriarchen waren zoals beschreven in de Bijbel.
Betekenis
Het graf is zowel belangrijk in de Joodse („Grot van Machpéla) als in de islamitische traditie („Heiligdom van Ibrahim”). De locatie in Hebron is vaak aanleiding geweest voor bloedige conflicten tussen Joden en Arabieren. Veertien eeuwen lang was het Joden verboden om de graftombe te betreden. Dat veranderde na de overwinning van Israël op Jordanië tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967, waarbij het gebied onder Joods gezag kwam. Het graf is voor Joden belangrijk bij religieuze vieringen, zoals het doen van bar of bat mitswa, en het opzeggen van gebeden. Bezoek is zowel voor Joden als moslims beperkt toegestaan.