Afschaffing Pemba ongeldig verklaard
Kleine bedrijven zonder werknemers in de WAO betalen te veel premie voor deze verzekering.
Volgens de rechter moet de uitvoerder van de WAO, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de bedrijven minder premie berekenen dan de onderneming met mensen in de WAO. Dat heeft het UWV vrijdag verklaard.
De rechter vindt namelijk dat de regel die ervoor zorgde dat kleine bedrijven met WAO’ers meer premie moesten betalen, verkeerd is afgeschaft. Sinds begin vorig jaar is de zogeheten Pemba-boete, de boete die bedrijven betalen als werknemers in de WAO belanden, geschrapt voor ondernemingen met minder dan 25 werknemers. De kleine bedrijven vonden de boete onrechtvaardig, omdat zij niet altijd kunnen voorkomen dat een werknemer in de WAO belandt. In plaats van de boete betalen zij nu een algemene WAO-premie.
Het ministerie van Sociale Zaken regelde de verandering door middel van een koninklijk besluit. Maar zo’n besluit kan volgens de rechtbank van Breda een wet niet ongedaan maken, omdat een wet hogere regelgeving is. Het UWV gaat in hoger beroep. Het ministerie van Sociale Zaken laat weten dat het deze uitspraak afwacht.
Het koninklijk besluit betekende dat alle kleine bedrijven een WAO-premie betaalden van 2,38 procent van de loonsom. Voor de meerderheid van de bedrijven die geen boete betaalden, betekende dat een premieverhoging van 1 procentpunt.
Begin vorig jaar tekenden daarom meer dan 30.000 kleine bedrijven protest aan tegen het besluit. Inmiddels is het UWV vijf proefprocessen begonnen om de bezwaarschriften in één keer te mogen verwerken. Volgens de woordvoerder van het instituut wilden een „stuk of tien” bedrijven daar niet op wachten.
Overigens wil het kabinet kleine bedrijven in de toekomst weer beboeten voor hun WAO-instroom. De bedrijven gaan een premie betalen waarvan de hoogte per branche verschilt. In een branche waar veel werknemers in de WAO belanden, wordt de premie hoger dan in een sector met weinig arbeidsongeschikten.