Staatsschuld kan in 2080 zijn afgelost, becijfert het CPB
DEN HAAG. Hoewel de staatsschuld de afgelopen jaren fors opliep, staan de Nederlandse overheidsfinanciën er in een langjarig perspectief goed voor.
Dat blijkt uit een donderdag verschenen studie van het Centraal Planbureau (CPB) naar de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.
Werd in 2010 nog voorzien dat deze zonder ingrijpen zouden ontsporen, dankzij de doorgevoerde hervormingen rond de zorg en de AOW is die situatie omgeslagen. „De belangrijkste verbetering is de koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting”, stelt het CPB. Doordat de AOW-leeftijd stijgt (tot 67 jaar in 2023 en naar schatting 71,5 jaar in 2060), werken we langer door en is het kabinet minder kwijt aan AOW.
Het zogeheten houdbaarheidstekort, dat in 2010 nog 4,5 procent van het bbp (ofwel 29 miljard euro) bedroeg, is hierdoor omgeslagen in een overschot van 0,4 procent. Dat betekent dat het huidige niveau van overheidsvoorzieningen nog decennia kan worden volgehouden, zonder dat er in de toekomst belastingen of premies verhoogd hoeven te worden of de uitgaven verlaagd.
Doordat de overheidsinkomsten de komende jaren (afgezien van rentelasten) de uitgaven blijven overtreffen, daalt volgens het CPB de staatsschuld (die opliep van 45 procent van het bbp in 2007 naar 74 procent nu) gestaag. Totdat deze rond 2080 geheel is afgelost en de overheid vermogen gaat opbouwen. Hoewel het planbureau stelt behoedzaam te hebben gerekend, benadrukt het wel dat dergelijke studies gepaard gaan met onzekerheden.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf, die met zijn partij verschillende hervormingen steunde, reageerde positief op de studie. „Door het beleid van de laatste jaren slaat een fors tekort nu om in een klein overschot. Goed nieuws. Nu zorgen dat het beleid ook wordt uitgevoerd.”