Het enfant terrible van de Servische politiek kwam in februari 2003 vrijwillig naar Den Haag, naar eigen zeggen om het illegale tribunaal te vernietigen, desnoods met koningin Beatrix als bijkomende schade. Er is nog geen zicht op wanneer de rechters eindelijk vonnis wijzen. Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is voorarrest van „excessieve” duur niet toegestaan.

Šešelj, die zegt onschuldig te zijn, eist compensatie voor de kosten van zijn verdediging, voor de kosten van familiebezoek uit Servië en voor de ‘vrees’ die hij in Scheveningen heeft moeten doorstaan. Eerder verklaarde hij zich ‘gemarteld’ te voelen door het Nederlandse gevangeniseten: „Zelfs varkens zouden het niet lusten!” Veel gedetineerden in de gevangenis van het tribunaal koken daarom zelf.

Vanuit zijn VN-cel in Scheveningen bleef Šešelj leiding geven aan de Servische Radicale Partij. Die was in die periode jarenlang de grootste partij van Servië. De aanklagers van het VN-hof beschuldigen hem van het aanstichten tot oorlogsmisdaden in Bosnië en Kroatië.