Ontdekking
Johannes 16:8
„En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel.”
De Heilige Geest, Die alleen de Werkmeester is, geeft de zondaar twee ogen. Met het ene ziet hij zichzelf, en met het andere de Heere Christus. Hij ziet zichzelf in zijn ellendige, verloren en rampzalige toestand. Hij ziet zijn zonden in alle verzwarende omstandigheden. Want de Geest zal de wereld van zonden overtuigen, of eigenlijk verstomd maken, zodat die niets zou weten in te brengen.
Door dit gezicht wordt hij verbrijzeld voor God. De hoogheid des harten wordt weggenomen. Dat gezicht werkt een ware verootmoediging, zodat de ziel uitroept met Efraïm: „Nadat ik aan mijzelf ben bekendgemaakt, heb ik op mijn heup geklopt; ik ben beschaamd en schaamrood geworden” (Jeremia 31:19).
Dat gaat zó ver dat ze wanhoopt aan zichzelf, maar daardoor wordt ze voorbereid: om met het andere oog de Heere Jezus te zien als die grote Heiland en Zaligmaker, hetgeen voor zo’n gewonde en radeloze ziel aller dierbaarst en verkwikkelijkst is, want de Geest ontdekt haar in Jezus: dat Hij, om een Heiland te zijn, daartoe van eeuwigheid van de Vader is verordineerd en toegerust. Dat Hij er ook bekwaam toe is, omdat in Hem een volle algenoegzaamheid is tot vervulling van het gebrek, doordat naar het welbehagen des Vaders in Hem al de volheid woont (Kolossensen 1:19). Hij is ook gewillig om alles wat Hij is en heeft aan verlegen zielen te schenken.
Petrus Immens, predikant te Middelburg
(”De godvruchtige avondmaalganger”, 1752)