Zeker tien doden bij aanslag in Atjeh
In de Indonesische provincie Atjeh heeft een bomaanslag tijdens de jaarwisseling aan ten minste tien personen het leven gekost. Meer dan dertig mensen raakten gewond, zo heeft een legerwoordvoerder gemeld.
De jongste slachtoffers waren twee meisjes van één en vier en een jongetje van zeven. Vijfenveertig mensen raakten gewond, zeiden ooggetuigen en een arts.
De „zeer krachtige” bom ontplofte tijdens een concert in de plaats Peureulak en liet weinig heel van het podium, aldus ooggetuigen. „Na een paar nummers was er opeens een luide klap. Mensen raakten in paniek en renden weg”, zo vertelde een van de bezoekers.
Het leger beschuldigde de rebellenorganisatie Beweging Vrij Atjeh (GAM) onmiddellijk van de aanslag. Een woordvoerder van GAM ontkende echter dat de beweging achter de explosie zit.
Indonesische troepen zijn sinds mei bezig met een grootschalige actie tegen de GAM-rebellen. Het leger begon de operatie in Atjeh (Noord-Sumatra), nadat een in december 2002 gesloten vredesakkoord herhaaldelijk was geschonden.
De Indonesische president Megawati Sukarnoputri verdedigde het offensief tegen de GAM donderdag in haar nieuwjaarstoespraak. „Het nemen van zulke moeilijke maatregelen doet pijn, maar we zijn erin geslaagd een beweging te beteugelen die van de eenheidsstaat Indonesië probeerde weg te breken”, aldus de president.
Het leger claimt bij de operatie circa 1200 rebellen, die al bijna dertig jaar voor onafhankelijkheid vechten, te hebben gedood. Analisten vrezen echter dat onder de doden ook veel burgerslachtoffers zijn.
Het Indonesische leger zegt sinds mei in Atjeh meer dan 1300 rebellen te hebben gedood. Volgens de rebellen heeft het offensief vooral veel burgers het leven gekost.