Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) krimpt met 200.000 leden
HANNOVER. Het ledental van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) is in 2012 met 200.000 mensen afgenomen. Aan het einde van dat jaar telde het grootste Duitse protestantse kerkverband 23,4 miljoen leden.
Dat blijkt uit de vrijdag verschenen brochure van de EKD met „cijfers en feiten over het kerkelijke leven.”
Van de ruim 80,5 miljoen Duitsers zijn er bijna 50 miljoen lid van een kerk. De Rooms-Katholieke Kerk is met 24,4 miljoen leden de grootste, op de voet gevolgd door de EKD. Die telt volgens de meest recente cijfers 23.356.096 leden. Het ledental loopt ieder jaar met tienduizenden terug.
Als reden voor de teruggang van het aantal kerkleden wordt aangevoerd dat er meer mensen werden begraven dan dat er werden gedoopt. Bovendien ligt het aantal uittreders beduidend hoger dan het aantal toetreders. Binnen de EKD keerden zo’n 138.000 mensen de kerk de rug toe.
Uit de statistieken blijkt verder dat er in Duitsland in 2012 ongeveer 1,1 miljoen kerkdiensten zijn belegd, waarvan zo’n 210.000 kinderdiensten. Dat zijn er 18 000 per week.
Ongeveer 850.000 Duitsers bezoeken iedere week een protestantse eredienst. Gemiddeld volgen 700.000 mensen (6,7 procent) een kerkdienst op televisie.
Aan de 237.000 avondmaalsvieringen namen in totaal meer dan 9 miljoen EKD-leden deel.
De Evangelische Kerk in Duitsland telt zo’n 21.000 kerken en kapellen, waarvan er 17.000 op de monumentenlijst staan.
Er werden 168.000 kinderen en 19.000 volwassenen gedoopt. „Vooral in de oostelijke deelstaten laten veel mensen die als volwassene tot geloof zijn gekomen, zich dopen.”
De EKD is een verband van lutherse, protestantse en verenigde „landskerken.” Kenmerkend voor de twintig landskerken –behalve dat ze gestempeld zijn door een bepaalde belijdenis– is dat zij begrensd zijn. Zo bevindt de Evangelische Kerk in Beieren zich in de deelstaat Beieren, al vallen de grenzen niet overal zo precies samen.
Het fenomeen landskerken gaat terug tot de tijd van de Reformatie. De protestantse landsheren ordenden het kerkelijk leven in hun gebieden opnieuw, waarbij de lutherse of de reformatorische belijdenis de grondslag werd. Hoewel deze vorm van kerkbestuur in 1918 verviel, bleven de landskerken gehandhaafd.
De drie noordelijke lidkerken van de EKD fuseerden in 2012 tot de Evangelisch-Lutherse Kerk in Noord-Duitsland. Het betrof de „Landeskirchen” van Noord-Elbe, Mecklenburg en Pommeren.