Verhoog voedselprijzen in supermarkt
Een stijging van de voedselprijzen is juist een middel om mondiale hongersnood in te dammen, stelt Andrew MacMillen.
De keuze van voedsel in de schappen van de supermarkt kan nogal verwarrend zijn. Een overvloed moedigt ons aan om voor lief te nemen dat we altijd in staat zijn om voedsel te kopen waar onze voorkeur naar uitgaat en tegen een betaalbare prijs.
Maar consumenten die vragen stellen bij hoe en waar alle verschillende soorten voedsel worden geproduceerd voordat die in de winkelwagen belanden, leggen een verontruste situatie bloot.
In de meeste landen worden mensen die in de volle breedte van de voedingsindustrie werken, het slechtst van alle werknemers betaald. Of het nu gaat om medewerkers in de supermarkt, in een vleesverwerkingsbedrijf, landarbeiders of serveersters in fastfoodrestaurants. Veel opgeleide families, die op kleinschalige boerderijen het merendeel van de mondiale voedselproductie leveren, leven in gevaarlijke omstandigheden. In de meeste ontwikkelingslanden is honger geconcentreerd in landelijke gebieden, waar zo’n 70 procent van de 842 miljoen mensen die wereldwijd chronisch honger lijden, afhankelijk is van landbouw, visserij en bosbouw.
Het lijkt me fundamenteel verkeerd dat mensen die het merendeel van ons voedsel produceren, moeten lijden onder diepe armoede en voedseltekorten.
Koopkracht
Een reden voor deze schijnbare onrechtvaardige situatie is, wat economen noemen de „asymmetrische relatie” in de voedselketen. Supermarkten bijvoorbeeld die meedoen in een moordende concurrentie om de consument voor zich te winnen, door hun prijzen te verlagen, wat zich doorrekent aan de leveranciers die op hun beurt bezuinigen op het salaris van werknemers.
De meeste overheden wensen voedselprijzen „betaalbaar” te houden, in de overtuiging dat voedsel toegankelijk moet zijn voor arme gezinnen waardoor honger en ondervoeding worden voorkomen. De belangrijkste beleidsinstrumenten die door rijke en opkomende landen worden ingezet zijn subsidies die met belastinggeld worden gefinancierd, om lage voedselprijzen aan boeren te compenseren, en een laag btw-tarief op de meeste voedselproducten.
Het idee dat lage voedselprijzen de omvang van het hongerprobleem doen afnemen, is gebrekkig. De belangrijkste reden waarom mensen honger lijden is dat zij zich geen voedsel kunnen veroorloven – ook al zijn de prijzen laag.
In plaats van het weerhouden van consumenten om de volledige en eerlijke voedselprijs te betalen, lijkt het effectiever om prijzen juist te laten stijgen en de koopkracht van armen om voedsel te kopen te verhogen. Dat is wat fairtradeklanten inzien: hogere prijzen in de detailhandel kunnen worden doorbetaald aan alle betrokkenen in de voedselketen, en dan met name de landarbeiders. Dat is waarschijnlijk de beste markteconomische optie om landelijke armoede en hongersnood de kop in te drukken.
Maar om honger in snel tempo de wereld uit te helpen, moet ook worden ingezet op inkomensoverdracht aan arme families, rekening houdend met de prijsindex van voedsel, totdat landen hun economie op een eerlijkere manier zijn gaan beheren.
Beleid dat lage voedselprijzen steunt, ondersteunt niet alleen honger in landelijke gebieden, maar geeft ook een impuls aan de grote aan voedsel gerelateerde problemen waar de wereld zich mee geconfronteerd ziet. Denk aan het uiteenlopen van gezonde voeding en de stijging van het inkomen. Dat wordt zichtbaar in de snelle stijging van de overconsumptie van voedsel, wat leidt tot meer dan 1,5 miljard mensen die lijden aan overgewicht. In dit kader past ook de snelle groei van de vraag naar voedingsmiddelen met een hoge ecologische voetafdruk, de verschrikkelijke verspilling van voedsel in het huishouden en in de detailhandel (in geïndustrialiseerde landen is dat ongeveer 30 procent, meer dan de jaarlijkse nettovoedselproductie van Afrika!), en de stijging van niet-duurzame intensieve boerderijen.
Het dichten van de kloof voor 800 miljoen mensen kan vandaag al worden gedaan. Als we bereid zijn om direct maatregelen te nemen om de toegang tot voedsel te verbeteren. We kunnen de aspiratie van de slowfoodbeweging ter harte nemen, dat „alle mensen toegang hebben en genieten van eten dat goed voor hen is, goed voor hen die het doen opwassen en goed voor de planeet.” Een stijging van de voedselprijzen in de detailhandel helpt de integratie van concepten als eerlijkheid, gezonde voeding en duurzaamheid in de breedte van de voedselketen.
De consument levert zo een beter aandeel in de volledige en eerlijke productiekosten.
De auteur is voormalig directeur van de afdeling veldoperatie binnen de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties.