NBG op zoek naar Bijbel die bij iedereen past
Het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) viert dit jaar zijn 200-jarig bestaan. Genoeg reden om feest te vieren. Al is het te betreuren dat de onbekendheid met de Bijbel drastisch toeneemt, zegt directeur dr. Rieuwerd Buitenwerf. Het NBG streeft naar een Bijbel „die bij iedereen past.”
In Engeland, de bakermat van het NBG, had men in de negentiende eeuw het gevoel dat de Bijbel onbereikbaar was, ook in letterlijke zin: velen hadden geen boekhandel in de buurt. Zo schetst dr. Buitenwerf de achtergrond van het ontstaan van het NBG. „Ook was de Bijbel qua prijs onbereikbaar. Een betaalbare Bijbel voor iedereen, dat was een belangrijke doelstelling van de eerste Bijbelgenootschappen.”
De kerk faciliteren met een Bijbel in een goede vertaling, zo omschrijft Buitenwerf een nog steeds geldende doelstelling van het NBG. „Wij zien het ook na 200 jaar als onze opdracht om niet alleen de Bijbel te verspreiden maar er ook voor te zorgen dat die gebruikt wordt. Het werk is dus niet af als de vertaling klaar is, de Bijbel moet ook naar de mensen toe. Vandaar dat er verspreidingsplannen nodig zijn en materialen om mensen naar het hart van de Bijbelse boodschap te leiden.”
Daarbij is het werk van het NBG duidelijk ingebed in het wereldwijde Bijbelvertaalwerk, aldus de directeur. „Het NBG is betrokken bij tientallen projecten, bijvoorbeeld in Afrika en Latijns-Amerika. Bij de een is dat intensiever dan bij de ander. Onze doelstelling is daar te helpen waar geen goede vertaling beschikbaar is. We zijn onderdeel van de United Bible Societies, die wereldwijd 146 afdelingen kent. Het NBG sponsort verder een leerstoel Bijbelvertaalwerk aan de Vrije Universiteit; de hoogleraar is nauw verbonden met het internationale vertaalwerk.”
Het Bijbelgenootschap heeft altijd willen kijken naar de lokale context. „Bijbelvertalingen moeten door meerdere kerken gebruikt kunnen worden en dienen dus een interconfessioneel karakter te hebben. De rol van deskundige vertalers, die de vertaling van bron- naar doeltekst kunnen maken, is erg belangrijk.”
Statenvertaling
Het NBG liep volgens Buitenwerf al in de loop van de negentiende eeuw aan tegen het feit dat de bestaande Statenvertaling volgens sommigen te ingewikkeld zou zijn. Uiteindelijk kwam in 1951 de Nieuwe Vertaling tot stand. „Een nieuwe vertaling was niet zo gemakkelijk omdat het een breed gedragen vertaling moest zijn die het vertrouwen van de kerken had en die dicht bij de mensen van deze tijd kwam. Vertalingen kunnen wel goed zijn, maar er toch niet in slagen de brug naar een brede groep lezers te slaan, zoals bijvoorbeeld bij de vrijzinnige Leidse vertaling is gebleken.”
De nieuwe vertaling van 1951 heeft geleid tot de oprichting van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS), die zich sterk maakte voor handhaving van de Statenvertaling. Hoe is de relatie met deze stichting?
„Het zijn twee verschillende organisaties met hun eigen doelgroep. We hebben geen contact met elkaar. Ik heb overigens de indruk dat de tegenstelling momenteel meer bestaat tussen de GBS en de stichting Herziene Statenvertaling dan tussen de GBS en het NBG. We werken voorzichtig met de stichting HSV samen en stelden bijvoorbeeld onze vertaalsoftware aan haar beschikbaar. De Statenvertaling is een prachtige vertaling die wij ook op onze website beschikbaar stellen. Ik zie het juist als een voordeel dat we beschikken over verschillende vertalingen, omdat ze de rijkdom van de verschillende gelovigen weerspiegelen. Er is overigens altijd weerstand tegen een nieuwe vertaling, wat wij ook meegemaakt hebben met de editie van 1951. Een bepaalde groep hield vast aan de Statenvertaling, terwijl een groter deel van de protestantse kerken overging naar de nieuwe vertaling.”
In 2004 kwam er opnieuw een vertaling: de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Heftige discussies in de kerken.
„Ja, we wilden komen tot een standaardvertaling die breed ingang zou vinden in kerk én samenleving. We zijn altijd open geweest wat onze vertaalprincipes betreft, zodat men kon narekenen welke beslissingen we namen. Dat betekent niet dat we de principes ter discussie konden stellen. De NBV was een hoogtepunt in de geschiedenis van het NBG, met de verkoop van ruim 1 miljoen exemplaren. Dat neemt niet weg dat een vertaling altijd tijd nodig heeft om te beklijven.”
Is de Bijbel weer onbekend aan het worden, zoals in de negentiende eeuw?
„Ja en nee. Nee, als het gaat om de beschikbaarheid van veel vertalingen. Bovendien is de kennis van de achtergrond van de Bijbel in deze tijd, mede dank zij digitale mogelijkheden, ongelooflijk toegenomen. Het antwoord luidt ja als het gaat om het verdwijnen van de vanzelfsprekendheid van de Bijbel als ondergrond in de samenleving. Door de ontkerkelijking in gezinnen en scholen is de Bijbel minder vanzelfsprekend geworden. Dat plaatst het NBG voor de uitdaging om de relevantie van de Bijbel duidelijk te maken, met name voor een toekomstige generatie en gezinnen met kinderen.”
Dit is het eerste deel in een drieluik naar aanleiding van 200 jaar Nederlands Bijbelgenootschap.